Neurochirurg Pieter van Eijsden pleit voor een andere benadering van patiënten. “Ik zie een ziekte als onderdeel van een compleet levensverhaal en wil mijn patiënten stimuleren daarover na te denken. De medische mogelijkheden zijn vaak fantastisch, maar bieden ze ook extra levenskwaliteit? Die afweging maak ik telkens weer samen met mijn patiënten en hun omgeving.”
Neurochirurg Pieter van Eijsden ziet en behandelt veel patiënten met epilepsie. Hij vertelt over Mark, een jongen van 25 die al sinds zijn tiende last heeft van aanvallen. “Twee jaar nadat ik hem had geopereerd, sprak ik hem weer op de polikliniek. Hij is inmiddels aanvalsvrij, maar heeft zo lang geleefd onder de druk van zijn ziekte, dat er niets is veranderd aan zijn leven. Hij woont nog steeds bij zijn ouders en is bang naar buiten te gaan. De operatie van Mark is succesvol verlopen, hij heeft geen aanvallen meer. Maar toch voelt het als een nederlaag, omdat het zijn leven niet meer betekenis heeft gegeven.”
Meer dan genezen
Als neurochirurg wil Pieter van Eijsden niet zozeer een patiënt genezen van een ziekte, hij wil vooral een bijdrage leveren aan een betekenisvol leven. “Ik kan me indenken dat dit wat zweverig overkomt, maar ik zie het als een taak van artsen om verder te kijken dan naar alleen de ziekte.” Hij licht toe: “Artsen zijn geneigd sterke interesse te hebben in het probleem – de ziekte dus – van een patiënt. Daarvoor zijn we immers opgeleid. Ik vind dat een arts zich niet het probleem van een patiënt moet toe-eigenen, met als doel dat voor de patiënt op te lossen. Een ziekte wordt vaak gezien als een vijand die we proberen te verslaan. Ik zie dat anders: van een ziekte kun je veel leren, voor mij is een betekenisloos leven de ultieme vijand. Door van de zijlijn dit onderwerp bespreekbaar te maken, kunnen wij als artsen patiënten stimuleren echt over hun leven na te denken.”
Nieuwe ‘ik’ worden
Pieter vindt dat artsen zich moeten realiseren dat elke behandeling effect heeft op hoe een patiënt daarna door het leven gaat. “De operatie die wij doen zien mensen vaak als een eindpunt. Ze leven er enorm naar toe en moeten vaak lang herstellen van de operatie. Daarna moeten ze een nieuwe ‘ik’ worden, dat geef ik nadrukkelijk aan. Daarom vind ik dat patiënten hun horizon verder moeten leggen dan de behandeling. In geval van epilepsie kan ik middels een operatie de aanvallen verminderen of wegnemen. Mensen krijgen een nieuw leven en onderschatten hoe ingewikkeld dat is. Ik zie dat patiënten daardoor worden overweldigd of terugvallen in hun oude leven.”
Kooi met tralies
Pieter omschrijft epilepsie aan de hand van een metafoor: “Ik zie epilepsie als een soort kooi waarin een patiënt zit. Als ik iemand opereer, haal ik als arts de tralies weg. Maar als de patiënt vervolgens de kooi niet uit gaat, betekent dat we niets hebben gewonnen.
Ik vind eigenlijk dat artsen zich de vraag kunnen stellen: is het de bedoeling dat ik alleen de tralies weghaal, of moet ik de patiënt ook de kooi uit helpen? Ik pleit voor dat laatste. Ik wil het gevoel hebben dat ik als arts heb bijgedragen aan de betekenis van iemands leven.”
Een goed voorbeeld hiervan is Manfred Roubos, die enkele jaren geleden door Pieter is geopereerd. “Ik vind hem echt een goed rolmodel. Dankzij de operatie is Manfred nu bijna aanvalsvrij, maar zijn leven is niet zoals hij het ooit voor zich zag. Manfred is in staat het plaatje van zijn toekomst bij te stellen. Hij heeft nu een krantenwijk en doet een paar keer per week vrijwilligerswerk. Dit werk ligt misschien wel ver beneden het niveau dat hij ooit ambieerde, maar hij haalt er wel veel voldoening uit. De tralies voor zijn kooi zijn weg, nu loopt hij stapje voor stapje naar buiten.”
Pieter van Eijsden hield een Tedx-talk over dit onderwerp [in het Engels]
In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via: