Onderzoeker start eigen medisch tijdschrift
Toen arts-assistent Theo van den Broek als postdoc-onderzoeker in Boston werkte, nam hij een opmerkelijk initiatief: hij startte zijn eigen medische tijdschrift. Met het Journal of Life Sciences biedt hij jonge onderzoekers de kans om het beoordelen van wetenschappelijke publicaties te leren. Dit nieuwe initiatief werd zo goed ontvangen in de wetenschappelijke wereld, dat het gerenommeerde tijdschrift Nature er een artikel en een webcast aan wijdde.
“Een wetenschapper heeft naast het uitvoeren van onderzoek veel verschillende rollen. Zo ben je spreker om te vertellen over je eigen onderzoek, zakenman om subsidies te zoeken voor je onderzoek, schrijver over je eigen onderzoek en beoordelaar van de publicaties van andere onderzoekers. Als postdoc-onderzoeker in Boston wilde ik meer kennis en ervaring opdoen in al deze verschillende rollen, dus schreef ik me in voor verschillende cursussen en workshops”, vertelt Theo, die na zijn onderzoekstijd bij het Boston Children’s Hospital / Harvard Medical School sinds januari weer terug is in het UMC Utrecht als aios medische microbiologie.
Vaardigheden als beoordelaar
In Boston volgde Theo lessen over wetenschapsonderwijs, leiderschaps- en managementvaardigheden en hoe je een academisch lab kunt opzetten. Maar hij miste nog iets in het rijtje. “Ik wilde mijn vaardigheden als beoordelaar van wetenschappelijke publicaties van collega-onderzoekers verbeteren. Dus ik sloot me aan bij tijdschriftenclubs, bekeek af en toe een paper voor mijn supervisor en volgde online trainingen. Toch had ik het gevoel dat ik meer praktijkervaring in het beoordelingsproces nodig had. Ik benaderde verschillende tijdschriften of ze me als wetenschapsrecensent wilden inhuren, maar mijn aanbod werd afgewezen vanwege gebrek aan ervaring.”
Nieuw, open access tijdschrift
Opgeven deed Theo niet. Hij ging zelfs nog een stap verder en besloot zijn eigen wetenschappelijk tijdschrift te starten om zo meer ervaring te kunnen opdoen met het peer-reviewproces. Ook wilde hij andere jonge onderzoekers helpen. “Met dit tijdschrift wil ik postdocs helpen om een aantal essentiële vaardigheden te verwerven in het beoordelen en bewerken van wetenschappelijke publicaties.” Voorwaarde voor het bestaansrecht van zijn nieuwe tijdschrift was een officiële registratie op PubMed en MEDLINE, het blad moest open access zijn, dus toegankelijk voor iedereen. En Theo wilde dat onderzoekers niet hoefden te betalen voor het publiceren of lezen van een artikel. Inhoudelijk wilde Theo onderzoekers met het blad een peer-review proces bieden op basis van wetenschappelijke, technische en ethische geldigheid van het ingezonden artikel.
Enorme internationale steun
Het Journal of Life Sciences (JoLS) werd in juli 2019 gelanceerd als een gezamenlijk initiatief van postdoc’s en kreeg enorme internationale steun van de wetenschappelijke gemeenschap. Theo’s nieuwe initiatief werd door het gerenommeerde wetenschappelijk tijdschrift Nature uitgelicht in een artikel. En deze maand organiseerde Nature een webcast over het peer-reviewproces, waarin ook Theo vertelt over zijn ervaringen. Met een samenwerking met de National Postdoc Association werd de steun van de postdocgemeenschap voor het tijdschrift officieel gemaakt. “Op dat punt ben ik afgetreden als hoofdredacteur van JoLS en kort na mijn postdocperiode in Boston toegetreden tot de adviesraad van het tijdschrift. Zo wilde ik andere postdocs in staat stellen om ervaring op te doen met het leiden van een tijdschrift. Een mooie stap in je carrièreontwikkeling, die ik iedereen gun.”
Loopbaanontwikkeling jonge wetenschappers
Verder werken aan de loopbaanontwikkeling van jonge wetenschappers blijft Theo’s drijfveer. Bij terugkomst in Utrecht werd hij daarom bestuurslid van de jonge Nederlandse Vereniging voor Immunologie (young-NVvI). “Na mijn opleiding in de medische microbiologie wil ik kliniek en onderzoek combineren als arts-onderzoeker in de infectie en immuniteit. Ik kijk ernaar uit om in de toekomst mijn eigen studenten op te leiden tot completere wetenschappers en artsen en hun carrièreontwikkeling binnen en buiten de academische wereld te ondersteunen, zoals ik dat zelf ook heb geleerd.”