Rotavirusvaccinatie beschermt onvoldoende
Vaccinatie van zuigelingen met medische risicofactoren tegen acute darminfectie door het rotavirus lijkt onvoldoende bescherming te bieden. De verwachting is dat daarom een landelijke vaccinatiestrategie – resulterend in groepsimmuniteit – nodig zal zijn om zuigelingen met medische risico's de nodige bescherming te kunnen bieden. Dit concludeert Fien van Dongen van het UMC Utrecht in haar proefschrift op basis van de resultaten van de RIVAR-studie.
Specifieke groepen, zoals kinderen met een hoog risico op ernstige darminfectie als gevolg van infectie met het rotavirus (zoals te vroeg geborenen of geboren met aangeboren afwijkingen) zijn meestal uitgesloten van grootschalige klinische studies. Echter, onderzoek bij gezonde kinderen is echter niet altijd representatief voor alle kinderen. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken of een rotavirusvaccin ook kinderen met risicofactoren beschermt tegen braken en diarree veroorzaakt door het rotavirus. Daarnaast is het relevant om te onderzoeken welke vaccinatiestrategie (doelgroepgericht of algemeen) dan de beste optie is. Fien van Dongen (promovendus bij het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, UMC Utrecht) onderzocht in het Risk-group Infant Vaccination Against Rotavirus (RIVAR) onderzoek of rotavirusvaccinatie effectief is bij zuigelingen met medische risico's.
Onvoldoende bescherming
Na follow-up vanaf de geboorte tot 18 maanden bij risicokinderen uit 13 Nederlandse ziekenhuizen die deelnamen aan het RIVAR-onderzoek, bleek dat de werkzaamheid van het vaccin slechts 30 procent was (bij 719 gevaccineerde zuigelingen). Dit in tegenstelling tot eerdere studies die aantoonden dat vaccinatie voor meer dan 80 procent effectief beschermde tegen ernstige infecties bij gezonde kinderen. Het vaccin leek over het algemeen goed te worden verdragen door zuigelingen in de risicogroep, maar de vaccinatiegraad in deze populatie was slechts 52,3 procent. Het vaccineren van enkel risicokinderen lijkt daarom niet de juiste strategie te zijn voor preventie van een rotavirusinfectie. De Gezondheidsraad heeft daarom besloten de rotavirusvaccinatie niet in te voeren voor deze risicogroep. De meest logische stap zou een algemene vaccinatie zijn van alle zuigelingen via het Rijksvaccinatieprogramma, zeker als het vaccin goedkoper zou worden.
Fien van Dongen legt uit wat vaccinatie van alle kinderen zou inhouden: “We weten uit ervaringen in andere landen dat via een landelijke vaccinatiestrategie groepsimmuniteit kan worden bereikt die indirect ook kinderen met medische risicofactoren beschermt. Wij zijn van mening dat een algemene vaccinatie tegen het rotavirus een groot deel van de met rotavirus geassocieerde ziekenhuisopnames en ernstige acute darminfectie bij zowel kinderen met risicofactoren als bij gezonde kinderen kan voorkomen.”
Onderontwikkeld immuunsysteem
Over een mogelijke verklaring van het beperkte effect van het vaccin zegt ze: “Het is waarschijnlijk een combinatie van factoren. Eén van die factoren is een onvolgroeid immuunsysteem: bij te vroeg geboren kinderen is de immuunrespons over het algemeen minder goed ontwikkeld. Zij reageren dus waarschijnlijk ook minder goed op dit vaccin. Daarnaast zijn veel van deze kinderen – ook al zijn ze niet prematuur – in de eerste levensweken ernstig ziek. Ze blijven na de geboorte gemiddeld 28 dagen in het ziekenhuis, met de nodige ondersteuning voor allerlei vitale functies, die ook een verstorend effect kunnen hebben op het immuunsysteem. En de eerste dosis van de rotavirusvaccinatie moet vroeg in het leven worden gegeven, bij voorkeur tussen 6 en 9 weken na de geboorte.”
Rotavirus-infectie
Vrijwel alle kinderen jonger dan 5 jaar lopen het rotavirus op. Het is een besmettelijke ziekte, waarbij een acute ontsteking van maag en darmen optreedt, wat leidt tot braken, diarree en koorts. Ofschoon de meeste kinderen er niet erg ziek van worden, bezoeken ieder jaar tienduizenden ouders jaarlijks met hun kind een arts als gevolg van een infectie met het rotavirus. Jaarlijks worden in Nederland gemiddeld 3.600 kinderen jonger dan 5 jaar in het ziekenhuis opgenomen met uitdrogingsverschijnselen als gevolg van het rotavirus, onder wie overigens ook veel gezonde kinderen. Ieder jaar overlijden in Nederland 5 tot 6 kinderen aan de gevolgen van een rotavirusinfectie; deze sterfgevallen treden meestal op bij kinderen met een medische risicofactor. De Gezondheidsraad heeft in zijn meest recente advies (juni 2021) aangegeven om vaccinatie tegen rotavirus in te voeren in het Rijksvaccinatieprogramma voor alle zuigelingen.
Promotie
Josephine (Fien) van Dongen, MD (1989, Amsterdam) verdedigde haar proefschrift op 28 september 2021 aan de Universiteit Utrecht. De titel van haar proefschrift is "Rotavirus vaccination for infants with medical risk conditions". Promotor was prof. dr. Marc Bonten en copromotor was dr. Patricia Bruijning-Verhagen (beiden Afdeling Epidemiologie van Infectieziekten, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, UMC Utrecht). In januari 2022 start Fien van Dongen als aios kindergeneeskunde bij Amsterdam UMC.