Welke neveneffecten hebben coronamaatregelen?
Welke neveneffecten hebben coronamaatregelen?
Preventieve maatregelen, zoals thuiswerken en thuisonderwijs, moeten verspreiding van het COVID-19-virus zoveel mogelijk voorkomen. Helaas blijkt dat de maatregelen ook bijwerkingen kunnen veroorzaken, zoals eenzaamheid, depressiviteit en huiselijk geweld. Welke bijwerkingen ondervinden kwetsbare mensen in de samenleving precies? Wat zijn de gevolgen hiervan voor de gezondheid? En hoe kunnen deze gezondheidseffecten worden voorkomen of beperkt? Het UMC Utrecht doet hier samen met andere partijen vanaf deze maand onderzoek naar.
“Van medische behandelingen is meestal bekend wat de bijwerkingen kunnen zijn. Van preventieve maatregelen om een ziekte te voorkomen, zoals nu met de coronamaatregelen, weten we dat vaak niet”, zegt Marielle Jambroes, associate professor bij het UMC Utrecht. “Via onze partners in de wijken in Utrecht, zoals de GGD, kregen we signalen van schrijnende situaties door de coronamaatregelen. Zo waren er mensen tijdens de intelligente lockdown die geen afspraak bij hun huisarts durfden te maken, bijvoorbeeld omdat ze informatie niet goed begrepen, maar wél zorg nodig hadden. Of denk aan gezinnen die te maken kregen met een drastische terugval in inkomen, waardoor er financiële stress en/of huiselijk geweld ontstond. Deze signalen waren voor ons de aanleiding om een onderzoek te starten. In het onderzoek brengen we niet alleen de bijwerkingen van de coronamaatregelen in kaart, maar richten we ons ook op oplossingen om deze bijwerkingen te voorkomen of te behandelen. En op het delen van opgedane kennis.”
Korte en lange termijneffecten
De maatregelen te voorkoming van corona kunnen zowel op korte als op lange(re) termijn invloed hebben op de gezondheid. Marielle: “Als iemand zorg nodig heeft, maar niet naar de huisarts durft te gaan, kan dit de gezondheid direct negatief beïnvloeden. In andere gevallen wordt het gezondheidseffect pas later zichtbaar. Zo zijn er kinderen die door kleine behuizing of het ontbreken van een computer thuis geen goed thuisonderwijs kunnen krijgen en een leerachterstand oplopen. Op langere termijn kan dit ertoe leiden dat iemand bijvoorbeeld niet goed kan lezen en zo minder goede toegang tot gezondheidsinformatie heeft. En een ongezonde leefstijl, zoals roken en overgewicht, komt vaker voor onder jongeren met een lager opleidingsniveau.”
Kwetsbare groepen
Marielle vervolgt: “In het onderzoek richten we ons specifiek op kwetsbare groepen in de samenleving. Mensen kunnen op verschillende manieren kwetsbaar zijn voor zowel het virus als de aanpak ervan, met als risico dat bestaande gezondheidsverschillen toenemen. Denk bij kwetsbare groepen bijvoorbeeld aan ouderen, alleenstaanden, mensen met een migratie-achtergrond, mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn of mensen met een laag inkomen. Probleem is dat kwetsbare groepen vaak minder zichtbaar zijn. Ze blijven buiten beeld in de diverse vragenlijstonderzoeken en peilingen en daarmee worden hun risico’s behoeften en problemen vaak moeilijk herkend. Hierdoor blijft de werkelijke aard en omvang van de problemen onduidelijk voor overheden en zorgverleners. Met dit onderzoek dus niet meer.”
Nationaal en internationaal kennis delen
Aanvankelijk is het onderzoek gericht op de regio Utrecht, maar de lessen en inzichten zullen ook met andere regio’s in Nederland en ook internationaal worden gedeeld. Bijvoorbeeld als het gaat om mogelijke oplossingen. “Je kunt bij oplossingen bijvoorbeeld denken aan goede informatievoorziening in meerdere talen. Of op kleine schaal ontmoetingen faciliteren, waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Maar wat goede oplossingen zijn, moet natuurlijk nog blijken uit het onderzoek”, zegt Marielle. Het onderzoekt loopt tot eind juli 2022. Opgedane kennis zal zodra het beschikbaar is, gedurende het onderzoek, voortdurend worden gedeeld.
Zo klein mogelijk
Marielle: “Het mooie van het consortium waarmee we het onderzoek uitvoeren, is dat we door de samenwerking nu echt in contact komen met de mensen om wie het gaat, de kwetsbare mensen in de wijken zelf. Hierdoor kunnen we dus goed inventariseren wat er speelt en wat er nog ontbreekt in de zorginfrastructuur. Soms kun je niet anders dan maatregelen treffen die bijwerkingen hebben, maar dan is het belangrijk om te bepalen hoe we het effect van deze maatregelen zo klein mogelijk kunnen houden en ervoor zorgen dat mensen bijvoorbeeld niet eenzaam of depressief worden.”
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium onder leiding van het UMC Utrecht. Deelnemende partijen zijn: Gemeente Utrecht, Gemeente Zeist, GGD Regio Utrecht, Nivel, Panel Meetellen Utrecht, Pharos Expertisecentrum Gezondheidsverschillen, Stichting Al Amal en Trimbos-instituut. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door een subsidie van het COVID-19 programma van ZonMw.
fotografie: Thirza Luijten