Bij u wordt binnenkort een shunt aangelegd om over te gaan tot dialyseren. Uw vaatchirurg heeft u verteld hoe de gang van zaken rond de operatie is. Deze ingreep gebeurt meestal in een dagopname. Soms blijven patiënten één nacht in het ziekenhuis. Om u voor te bereiden op wat komen gaat, geven wij in deze folder een algemeen beeld van de gebeurtenissen rondom de operatie. Diverse factoren kunnen de gang van zaken echter beïnvloeden, waardoor van de beschreven procedures moet worden afgeweken. De medewerkers van ons ziekenhuis lichten u ook steeds mondeling in over wat er gaat gebeuren.
Dialyse
Bij (hemo)dialyse verwijdert een kunstnier afvalstoffen en overtollig vocht uit het bloed Dit gebeurt meestal drie keer in de week, zo’n vier uur lang. Om voldoende bloed naar de kunstnier te leiden is een toegang tot de bloedbaan nodig.
De toegang tot de bloedbaan moet:
- Een goede bloedflow geven (de hoeveelheid bloed die uit het lichaam wordt gepompt en gezuiverd, wordt teruggegeven).
- Goed aanprikbaar zijn.
- Voor langere tijd te gebruiken zijn.
De toegang tot de bloedbaan kan een katheter in een groot bloedvat zijn (meestal tijdelijk) of een zogenoemde shunt. De shunt is een verbinding tussen een slagader en een ader. Een shunt wordt tijdens een operatie ingebracht. We onderscheiden twee soorten: de shunt van een eigen ader of de shunt van een kunststofader.
Shunt van uw eigen ader
Hierbij hecht de arts een ader in uw pols (ciminoshunt) of elleboog (brachialisshunt) rechtstreeks aan een slagader. Doordat de bloeddruk in de slagader veel hoger is dan in de ader, stroomt er direct na de operatie veel meer bloed door de afvoerende ader. De shunt moet eerst ‘rijpen’ voordat we deze aanprikken. Met dit rijpen bedoelen we dat de ader opzwelt en tegelijk met de hartslag klopt. Dit duurt gemiddeld zes weken. Als de shunt eenmaal gerijpt is, is deze vaak lang bruikbaar voor dialyse.
Shunt van een kunststofader
De tweede variant is de kunststof vaatprothese oftewel een kunststofader. Die hecht de chirurg onder uw huid in, tussen de slagader en een ader in de elleboog. Deze optie wordt vaak gebruikt als uw eigen bloedvaten in de arm te smal zijn of vernauwingen hebben. Het nadeel is dat er vernauwingen kunnen ontstaan op de aanhechtingsplaats van de (slag)ader. Daardoor gaat de kunststofshunt over het algemeen minder lang mee dan de lichaamseigen shunt.