Instructies na de punctie

Instructies na de punctie

U heeft zojuist een follikelpunctie ondergaan. Het is belangrijk dat u deze informatie goed doorleest, zodat u weet waar u de komende dagen op dient te letten. Ook is het van belang dat u weet welke klachten u mogelijk kunt krijgen.

Na de behandeling uitklapper, klik om te openen

Wat merkt u na de punctie?

Op de dag van de punctie kunt u nog wat helderrood bloedverlies hebben, ook kunt u wat stolsels verliezen. Schrik hier niet van, dit bloed komt niet uit de baarmoeder, maar uit de prikgaatjes die gemaakt zijn in de vagina bij het verdoven en het aanprikken van de eierstokken.

In de dagen na de punctie kunt u nog wat bruine afscheiding hebben. Dit is oud bloed. Wanneer het bloedverlies toeneemt en zelfs meer is dan bij een menstruatie moet u contact opnemen met het ziekenhuis.

Zolang u nog bloedverlies heeft adviseren wij u om geen tampons te gebruiken, niet in bad te gaan (douchen mag wel), niet te zwemmen en geen sauna te bezoeken. Ook raden wij aan geen gemeenschap te hebben.
Als het bloedverlies gestopt is mag u weer (veilige) gemeenschap hebben.

Buikpijn na een punctie is normaal, er ontstaan namelijk bloeduitstortingen in de eierstokken. Dit komt doordat de lege follikels zich weer vullen met bloed en weefselvocht. Bovendien kan er wat bloed in de buik gekomen zijn, hetgeen ook buikpijn tot gevolg kan hebben. In de dagen na de punctie kunt u last hebben van een opgezette buik, een opgeblazen gevoel en kunt u vocht vasthouden. Het lichaam ruimt dit vocht zelf op, maar dit kost tijd.

U bevordert dit genezingsproces door rustig aan te doen. Door veel te drinken (zo’n 2 tot 3 liter per dag) voelt u zich vaak beter. Als u veel drinkt en uzelf goed in acht neemt, horen de eventuele klachten iedere dag af te nemen en kunt u uw bezigheden geleidelijk aan uitbreiden. Als u (weer) pijn krijgt, is dit een signaal dat u (te snel) teveel doet.

Na een punctie mag u niet meer zelf naar huis rijden. Indien u Rapifen heeft gehad mag u zelfs 24 uur niet aan het verkeer deelnemen. Daarom wordt geadviseerd uw partner of iemand anders mee te nemen die u kan ondersteunen en na de punctie weer thuis kan brengen.

Wij adviseren u de dag van de punctie niet te werken en geen afspraken te maken, zodat u rustig aan kunt doen.

Gebruik Utrogestan®

Als u geen verse terugplaatsing krijgt, hoeft u geen Utrogestan® te gebruiken. Indien u wel een verse terugplaatsing krijgt, dient u te starten met Utrogestan® op de avond van de punctie (200 mg vaginaal inbrengen). De 18 dagen daaropvolgend brengt u drie keer per dag 200 mg in.

Utrogestan® veroorzaakt vaginale afscheiding, dit is normaal. De werkzame stof wordt in voldoende mate in het lichaam opgenomen. Een andere bijwerking van de Utrogestan® kan zijn dat het een menstruatie uitstelt, zonder dat er sprake is van een zwangerschap. Wanneer u 18 dagen na de punctie nog niet bent gaan menstrueren, kunt u thuis een zwangerschapstest doen. Wij horen natuurlijk graag van u terug wat het resultaat is. Dit kunt u doorbellen tijdens het verpleegkundig spreekuur (zie contact). U kunt ons ook een mail sturen via het patiëntenportaal.

Aanhoudende klachten

• Als u toenemende klachten heeft van buikpijn en/of benauwdheid en/of kortademigheid (ondanks de eerder genoemde voorzorgsmaatregelen zoals rust houden en veel drinken), neem dan telefonisch contact op met het ziekenhuis. Er kan sprake zijn van een beginnend overstimulatiesyndroom.
• Als u het gevoel heeft dat u vocht vasthoudt, is het belangrijk om uzelf elke ochtend te wegen. Neem telefonisch contact op met het ziekenhuis wanneer u meer dan 2,5 kilo bent aangekomen, gerekend vanaf de dag van de punctie.
• Als u zich in de weken na de punctie koortsig voelt, meet dan uw temperatuur op. Bij koorts (>38ºC) is het belangrijk om altijd telefonisch contact op te nemen met het ziekenhuis.

Veel succes met uw behandeling!

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Contact uitklapper, klik om te openen

Het maken van afspraken kan op werkdagen van 08.00 - 16.00 uur.