Antibiotica
Bij het achterblijven van urine in de blaas (urineretentie) en bij intermitterende katheterisatie, bestaat een hoger risico op urineweginfecties (blaasontstekingen). Om infecties te voorkomen krijgen alle kinderen in het eerste levensjaar standaard een laag gedoseerd antibioticum (onderhoudsdosering). Voor een deel van de kinderen gaat dit later gewoon door. Indien er desondanks toch een infectie ontstaat, schrijft de arts op grond van een urinekweek een antibioticum voor in de normale dosering voor één of twee weken.
Oxybutinine
Een ander vaak voorgeschreven medicijn bij kinderen met blaasfunctiestoornissen is oxybutinine (Dridase®). Bij kinderen met een overactieve sluitspier legt dit medicijn de blaas als het ware stil, en zorgt ervoor dat de blaas zich niet ongecoördineerd en op ongewenste momenten samentrekt (blaaskramperigheid). Bij kinderen met een slapverlamde sluitspier blijft de blaas soms te klein om op latere leeftijd goed bruikbaar te zijn. Met oxybutinine (medicijn) proberen we dit te voorkomen. Het medicijn wordt meestal in siroop of tabletvorm toegediend.
- Bij ernstige bijwerkingen zoals bijvoorbeeld een droge mond, kan het ook rechtstreeks in de blaas worden toegepast. Hoe dit moet leert u van de uroloog of incontinentieverpleegkundige. Uw apotheker krijgt een brief waarin staat hoe hij het medicijn aan u moet leveren.
- Een andere bijwerking van oxybutinine is dat kinderen minder transpireren. Gebruik het medicijn niet wanneer het buiten 30ºC is of warmer. Overleg hierover met uw arts.
- Wanneer uw kind hoge koorts heeft, overleg dan met uw arts of uw kind het medicijn kan blijven gebruiken.