Na de operatie
Na de operatie wordt u wakker op de operatiekamer of op de uitslaapkamer (recovery). Het is mogelijk dat u naast een infuus ook een katheter in uw blaas en een sonde in de maag heeft. Zodra u zich weer wat beter voelt, worden het infuus, de katheter en eventueel de maagsonde verwijderd.
U verblijft eerst een aantal uren op de uitslaapkamer. In het begin bent u dan nog wat slaperig en soms misselijk van de narcose. Op de uitslaapkamer wordt uw hartritme in de gaten gehouden. Daarnaast is het mogelijk dat u ook op andere 'bewakingsapparatuur' bent aangesloten.
Nadat u ontslagen wordt van de uitslaapkamer, komt u in principe op uw eigen kamer op de verpleegafdeling terug. U mag dan weer uit bed en eten en drinken. In het begin ondervindt u hinder of pijn van het gebied rond en onder de lieswonden. U kunt hiervoor pijnstillers krijgen.
Mogelijke complicaties
Iedere operatie brengt bepaalde risico's met zich mee. Om deze te verkleinen, wordt u voorafgaand aan de operatie uitvoerig onderzocht en worden voorzorgsmaatregelen getroffen. Complicaties die bij elke operatie kunnen voorkomen zijn:
- Wondinfecties;
- Trombose (stolling van het bloed);
- Bloedingen;
- Beschadiging van organen of zenuwen.
Een longonsteking of een hartinfarct komen na een operatie vaker voor dan normaal. Door de aandacht die erop is gericht om deze complicaties te voorkomen, is de kans hierop klein.
Complicaties die bij een operatie van de buikslagader via de liesslagader kunnen voorkomen
- De meest voorkomende complicatie is lekkage van bloed langs de prothese in het 'oude' aneurysma. Deze lekkage (endoleak) kan na een paar weken verdwenen zijn. Als dit niet het geval is en het aneurysma ook nog in omvang toeneemt, kan het noodzakelijk zijn dat u nog een operatie moet ondergaan. De vaatchirurg bespreekt dan met u of dit opnieuw met een endoprothese kan of met een operatie op klassieke wijze (open operatie).
- Tijdens de operatie wordt gebruik gemaakt van contrastvloeistof. Contrastvloeistof wordt door de nieren uitgescheiden. De nieren kunnen door het gebruik van contrastvloeistof tijdelijk beschadigd raken. Dit wordt na de operatie gecontroleerd.