U krijgt een pacemaker als u last hebt van hartritmestoornissen. De soort hartritmestoornis bepaalt welke pacemaker het beste bij u past. In de meeste gevallen is het hartritme te traag. De pacemaker geeft dan een stroomstootje als uw hartritme onder een bepaalde ingestelde grens komt.
Implantatie van een pacemaker
De pacemaker is een rond doosje, ongeveer 0,75 centimeter dik en vijf centimeter lang. Aan de pacemaker zitten één of meerdere lange draden. Via deze draad of draden (elektroden) geeft de pacemaker een stroomstootje door aan het hart. Deze draad of draden worden tijdens de behandeling in uw hart geplaatst.
In de pacemaker zit een batterij. Deze batterij gaat jarenlang mee. Als de batterij leeg is, moet de pacemaker vervangen worden. De draad of draden van de pacemaker hoeven we meestal niet te vervangen.
De pacemaker bepaalt het ritme en houdt daarbij rekening met de inspanning die u op dat moment levert. Bij een grotere inspanning is het ritme dat de pacemaker aangeeft sneller dan in rust. De stroomstootjes volgen elkaar bij inspanning sneller op. De pacemaker registreert voortdurend uw hartritme en slaat deze gegevens op in het geheugen.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Voor de behandeling is een opname in het ziekenhuis nodig. We ontvangen u op de verpleegafdeling B4 west.
Voor de opname vinden er een aantal onderzoeken plaats:
- bloedonderzoek;
- hartfilmpje (ecg);
- röntgenfoto van hart en longen;
Eten en drinken
Vaste voeding: U moet nuchter zijn op de dag van de behandeling vanaf 00.00 uur.
Drinken: U mag helder vloeibare dranken drinken. Maximaal 1 glas (max 150 ml) per uur tot aan ingreep.
Voorbeelden van helder vloeibaar drinken: water, thee (met suiker of zoetstof) zonder melk, koffie (met suiker of zoetstof) zonder melk , aanmaaklimonade, Roosvicee, frisdrank zonder koolzuur, doorzichtige vruchtensappen, gezeefde bouillon.
Uitzondering: bent u een insuline afhankelijke diabetes patiënt? Overleg met uw arts wat u wel of niet mag eten of drinken en wanneer u uw bloedsuiker moet prikken.
Opname B4 west
Meestal wordt u op de dag van de ingreep, of de dag ervoor opgenomen, op de afdeling B4 west. Als u het prettig vindt om door een gastvrouw of -heer begeleid te worden naar de afdeling, dan lopen zij graag met u mee. U kunt dit aangeven bij de receptie.
De verpleegkundige ontvangt u op de afdeling, zij brengt u naar uw bed. Ze neemt een vragenlijst door en geeft u informatie over de gang van zaken op de afdeling, de ingreep en de nazorg. Daarnaast meet de verpleegkundige uw bloeddruk, hartslag, saturatie en temperatuur. De arts loopt langs en neemt een medische vragenlijst met u door over uw gezondheid en doet een algemeen lichamelijk onderzoek. De verpleegkundige brengt een infuus in, deze is nodig tijdens de behandeling.
Als u op de afdeling komt, sluit een verpleegkundige u aan op de ‘telemetrie’. U krijgt dan een zender (telemetriekastje) met zes draden. Deze draden worden met plakkertjes op uw borstkas bevestigd. De zender registreert continu uw hartritme en zendt deze gegevens door. Zo houden we uw hartritme in de gaten op een monitor bij de centrale balie op de verpleegafdeling. De zender heeft een beperkt bereik waardoor u op de afdeling moet blijven.
Shortstay (kortverblijf)
Tijdens uw opname verblijft u op de shortstay. Hier worden patiënten opgenomen die kort verblijven op de afdeling B4 west. U ligt op een 2- of 4-persoonskamer met een douche en toilet op de kamer. U krijgt een eigen kledingkastje op de kamer en u heeft een eigen nachtkastje naast het bed. Ook kunt u gebruik maken van een Ipad bij uw bed met radio, televisie en verschillende apps.
Aan uw bed vindt u een aparte afstandsbediening die u kunt gebruiken om de verpleegkundige op te roepen. Zodra u de knop indrukt, waarschuwt u de verpleegkundige. U kunt de verpleegkundige oproepen bij pijn, of als u ergens hulp bij nodig hebt.
Op de kamers liggen zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten. Op de kamers liggen mensen met verschillende aandoeningen bij elkaar.
Bezoektijden
De bezoektijden zijn van 15.00 uur tot 20.00 uur. U mag maximaal twee bezoekers tegelijk op de kamer ontvangen.
HCK
Uw verpleegkundige brengt u in uw bed naar de dagbehandeling van de HCK (hartkatheterisatiekamer) . Daar vindt de ingreep plaats. We raden u aan vlak voor de behandeling nog naar het toilet te gaan. U krijgt van de verpleegkundige een OK-jasje en paracetamol voorafgaand aan de procedure.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
De pacemaker implantatie gebeurt meestal op de hartkatheterisatiekamer, maar soms ook wel op de operatiekamer. De pacemaker implantatie duurt meestal een aantal uren. Dit hangt af van het type pacemaker dat u krijgt en de hoeveelheid draden.
Als u op de onderzoekstafel ligt krijgt u plakkers (elektroden) op uw huid en sluiten we u aan op een monitor. Daarmee bewaken we uw hartritme. We bedekken uw lichaam met steriele doeken en maken het operatiegebied goed schoon met een desinfecterend middel. De plaats waar de pacemaker komt, net onder het sleutelbeen, wordt plaatselijk verdoofd. Dit gebeurt met een injectie. Deze prik kan pijnlijk zijn. Daarna maakt de cardioloog onder de huid wat ruimte waar de pacemaker in past.
De pacemakerdraad wordt via een groot bloedvat onder het sleutelbeen ingebracht. Via dit bloedvat wordt de draad op de juiste plek in het hart gelegd. Meestal is dat in de rechterkamer van het hart, soms komt er een tweede draad in de rechterboezem. De pacemakerdraad (of draden) worden aangesloten op de pacemaker. De pacemaker wordt daarna in de gemaakte ruimte onder het sleutelbeen geplaatst. De pacemakertechnicus controleert of de pacemaker goed werkt . Daarna sluit de arts de wond met hechtdraad en legt een strakverband aan.
Tijdens het onderzoek moet u zo stil mogelijk blijven liggen. Als u hier kramp of rugpijn van krijgt, vertel dit dan. U mag tijdens het onderzoek gewoon praten met de cardioloog en verpleegkundigen.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Na de pacemakerimplantatie komt u weer terug op de verpleegafdeling. U mag direct eten en drinken. Uw hartritme wordt bewaakt via de monitor. De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk en uw drukverband. De wond is in het begin pijnlijk en u kunt een kleine bloeduitstorting hebben. U hebt een drukverband op de plaats van de implantatie gekregen. Dit drukverband blijft zitten tot de volgende ochtend.
Ontslag
De volgende dag mag u naar huis, indien er geen complicaties zijn. De arts bepaalt wanneer u naar huis mag. Voordat u gaat wordt een foto van de longen en een hartfilmpje (ECG) gemaakt. Daarnaast komt de technicus langs om uw pacemaker uit te lezen.
Controle
Na de pacemakerimplantatie komt u terug op de polikliniek bij de cardioloog. U krijgt hiervoor een afspraak mee. Uw huisarts krijgt een brief gestuurd met de gegevens over de implantatie
Na de implantatie moet u regelmatig voor controle komen bij de pacemakertechnicus en uw cardioloog. De pacemakertechnicus onderzoekt of uw pacemaker goed werkt.
Hij meet de pacemaker uitvoerig door en stelt deze indien nodig bij. Uw cardioloog doet de medische controle van uw hart. Bij de nieuwste pacemakers hoeft u niet steeds naar het ziekenhuis voor controle. Uw arts houdt de werking van uw pacemaker via uw (mobiele) telefoon in de gaten.
Leefregels
De eerste zes tot acht weken moeten de elektroden de kans krijgen om vast te groeien in het hart. Houdt u daarom aan de volgende regels:
- De pleister mag u laten zitten zolang deze schoon is en goed plakt (als de randen goed aansluiten aan de huid). Als deze loslaat is het aan te bevelen deze te vervangen. De pleister op de wond mag eraf wanneer de wond droog is. Meestal is dit na ongeveer 5-7 dagen. U krijgt pleisters mee naar huis.
- De meeste hechtingen die wij gebruiken zijn oplosbaar. Indien u niet oplosbare hechtingen heeft gekregen hoort u dit van de arts.
- Indien de wond rood en pijnlijk wordt of opzwelt, dan wordt u geadviseerd om contact op te nemen met uw (huis)arts.
- U mag met de pleister douchen. Deze is namelijk waterbestendig. Indien u geen pleister meer op de wond heeft, kunt u de wond na het douchen voorzichtig droog deppen. In bad gaan wordt de eerste 2 weken afgeraden
- vermijd rekken, strekken en ronddraaiende bewegingen van de arm boven schouderhoogte (ook niet zwemmen)
- til geen zware dingen en verricht geen zwaar werk met de armen (de onderarmen mogen wel bewegen)
- probeer uw arm niet achter uw lichaam te brengen. Pas bijvoorbeeld op met het aantrekken van uw jas
- vermijd knellende kleding in verband met irritatie van de wond
- probeer uw arm wel te bewegen, anders ontstaan er mogelijk pijnklachten aan het schoudergewricht (frozen shoulder)
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek cardiologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
De polikliniek cardiologie heeft meerdere spreekuren:
- aangeboren hartafwijkingen
- elektrofysiologie
- harttransplantatie
- verpleegkundig spreekuur hartfalen