Terug

InVitro Fertilisatie (IVF) en Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI)

  1. In Vitro Fertilisatie (IVF)
  2. Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI)
  3. Hormoonschema’s
  4. Voorlichtingsvideo's

IVF en ICSI zijn beiden vruchtbaarheidsbehandelingen waarbij de bevruchting in het laboratorium plaats vindt.

In Vitro Fertilisatie (IVF)

Er zijn verschillende redenen om tot deze behandeling over te gaan, bijvoorbeeld wanneer uw eileiders afgesloten zijn of als u niet zwanger bent geworden na intra-uteriene inseminatie (IUI) behandelingen.

Bij een IVF behandeling vindt de bevruchting van de eicellen plaats in het laboratorium. De eicellen worden verkregen vanuit de eierstokken nadat deze met hormonen zijn gestimuleerd. Door de hormonen ontstaan meerdere eiblaasjes die eicellen kunnen bevatten en met behulp van een echo aangeprikt kunnen worden. In het laboratorium wordt vervolgens onder de microscoop naar eicellen gezocht. Daarna worden zaadcellen bij de eicellen gebracht, met het doel een bevruchting tot stand te brengen en er dus embryo‘s ontstaan. Als na 3 dagen een embryo beschikbaar is, kan deze vervolgens in de baarmoeder worden geplaatst. Het embryo moet dan nog wel in het baarmoederslijmvlies innestelen om een zwangerschap te bewerkstelligen. Alleen goede embryo’s komen in aanmerking voor inbrengen in de baarmoeder. Als er na inbrengen van het embryo nog meer embryo’s geschikt zijn, kunnen deze worden ingevroren. Bij een eventuele volgende behandeling kunnen deze gebruikt worden.

Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI)

Indien een IVF behandeling geen geschikte behandeloptie is, kan er besloten worden tot een ICSI behandeling. Er zijn meerdere redenen waarom er voor ICSI gekozen kan worden:

  • Onvoldoende zaadcellen om met IVF behandeling een bevruchting te verwachten
  • Behandeling met operatief verkregen zaadcellen
  • Een eerdere IVF behandeling waarbij er geen bevruchting heeft plaatsgevonden
  • Een behandeling waarbij gebruik wordt gemaakt van ingevroren eicellen
  • Een behandeling waarbij embryo’s getest worden op een erfelijke aandoening

De hormoonbehandeling en punctie van een ICSI behandeling zijn vergelijkbaar met een IVF behandeling (zie bovenstaand bij ‘IVF’). Bij ICSI wordt in het laboratorium één zaadcel in één eicel gebracht. Vervolgens ontstaat hopelijk een embryo na de bevruchting. Als 3 dagen na de ICSI procedure een embryo is ontstaan, kan deze in de baarmoeder worden geplaatst. Het embryo moet dan nog wel in het baarmoederslijmvlies innestelen om een zwangerschap te bewerkstelligen. Alleen goede embryo’s komen in aanmerking voor inbrengen in de baarmoeder. Als er na inbrengen van het embryo nog meer embryo’s geschikt zijn, kunnen deze worden ingevroren. Bij een eventuele volgende behandeling kunnen deze gebruikt worden.

Hormoonschema’s

Binnen de IVF of ICSI behandeling maken we gebruik van verschillende hormoonschema’s. Er is een onderscheid in het lange (agonist) en korte schema (antagonist). De arts maakt een afweging welke schema voor uw behandeling het best passend is.

Het lange (agonist) schema

Bij dit schema begint u met injecties die ervoor zorgen dat de eigen cyclus tijdelijk stil komt te liggen. Daardoor ontstaat er in eerste instantie geen eicel en wordt ook de eisprong geremd. Later in het schema start u met het injecteren van hormonen die de groei van meerdere eiblaasjes stimuleren. Het gebruik van deze medicijnen heeft geen blijvend effect op uw menstruatiecyclus Meer informatie over het lange (agonist) schema kunt u lezen in onderstaande folder. 

Folder

Het korte (antagonist) schema

Dit hormoonschema sluit aan bij uw eigen cyclus. U start met het injecteren van een hormoon dat de groei van meerdere eiblaasjes stimuleert. Na een aantal dagen volgt ook een injectie om de eisprong tegen te houden. Meer informatie over het korte schema kunt u lezen in onderstaande folder. 

Folder

Bijwerkingen en complicaties IVF/ICSI behandeling

Bij een IVF of ICSI-behandeling kunnen bijwerkingen en complicaties optreden.

Meer informatie is te lezen op onderstaande pagina.

Bijwerkingen en complicaties van IVF en ISCI - UMC Utrecht

Periode na het inbrengen van het embryo in de baarmoeder

De periode na het inbrengen van het embryo in de baarmoeder kan voor u een spannende periode zijn. Meer informatie over de periode na de terugplaatsing kunt u lezen in onderstaande folder. 

Folder

Gebruik maken van ingevroren embryo’s

Regelmatig kunnen er meerdere embryo’s ingevroren worden. Eventueel kan later zo’n ingevroren embryo worden ontdooid en bij u ingebracht worden. Dit kan bijvoorbeeld als u niet zwanger bent geworden na de terugplaatsing van een vers embryo of na een zwangerschap. Meer informatie over het inbrengen van ingevroren embryo’s kunt u lezen via onderstaande link.

Ingevroren embryo's terugplaatsen - UMC Utrecht

Prikinstructie

Tijdens de IVF- of ICSI-behandeling geeft u zichzelf injecties met hormonen. 
Er zijn verschillende instructievideo’s beschikbaar.  Meer informatie is te lezen op onderstaande pagina.

Prikinstructie / Injection instructions

Voorlichtingsvideo's

Voordat u een IVF- of ICSI-behandeling start, vragen wij u om onze voorlichtingsvideo's te bekijken. De video's vindt u op onderstaande pagina.

Voorlichtingsvideo's

Heeft deze informatie u geholpen?