Binnenkort wordt er bij u een kijkonderzoek van de long (thoracoscopie) gedaan zonder een slaaptoestand (anesthesie) maar onder lokale verdoving.
De longarts kijkt met behulp van een buis (scoop) in de borstholte. De longarts kijkt naar de borstwand en de longen om een oorzaak te vinden voor de ophoping van het vocht. Zit er vocht tussen de longvliezen (pleurabladen), dan noemen we dat pleuravocht. Zit er lucht tussen de longvliezen dan spreken we van een klaplong (pneumothorax).
Waar in deze folder ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ gelezen worden.
Plaats en duur
Het onderzoek vindt plaats op de longfunctie, receptie 8. Het onderzoek duurt ongeveer één uur. U zult na dit onderzoek ongeveer een tot twee weken in het ziekenhuis moeten blijven. Dit is afhankelijk van de bevindingen en hoe snel de long zich weer zal ontplooien
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
- U hoeft voor het onderzoek niet nuchter te zijn. Dat wil zeggen dat u gewoon mag eten, drinken.
- Als u verkouden bent of koorts heeft, meldt dit dan vooraf bij de opname aan de verpleegkundige of longarts.
- Gebruikt u bloedverdunnende middelen (zoals sintrom, marcoumar, ascal, asperine), meldt dit dan ook aan de verpleegkundige of longarts.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
In de longbehandelkamer van de longfunctieafdeling moet u plaatsnemen op een bed. U wordt hierbij zo nodig geholpen. Er wordt een infuus ingebracht om de eventuele medicijnen toe te kunnen dienen. U trekt uw bovenkleding uit. U gaat dan op de zij liggen. Omdat tijdens het onderzoek steriel gewerkt moet worden, wordt u bedekt met een groen doek. U mag dit doek niet aanraken.
- De longarts desinfecteert eerst de huid met jodium en verdooft de huid plaatselijk.
- Daarna maakt hij een snee van twee à drie centimeter in de huid, tussen de ribben door.
- De long klapt dan in. Zo is de ruimte tussen de longvliezen zichtbaar.
- Via een buisje (scoop) met aan het uiteinde een lampje, bekijkt de longarts de long en de borstwand.
- Hij kan zo een stukje weefsel (biopt) en/of pleuravocht weghalen.
- Dit zal een korte tijd pijnlijk zijn. Maar de longarts zal u daarvoor waarschuwen.
- De longarts laat een dun slangetje (drain) achter. Het uiteinde van de drain ligt tussen de longvliezen (zie figuur 1)
- De drain wordt aan de huid vastgemaakt met een hechting.
- De drain wordt dan aan een thoraxdrainage systeem vastgemaakt (zie thoraxdrainage folder).
- Daarna gaat u in bed naar de verpleegafdeling. De ingreep wordt soms als belastend ervaren.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Op de afdeling kunt u rustig bijkomen.
- De verpleegkundige meet regelmatig uw pols, bloeddruk en controleert het wondje.
- U hebt nog een infuus voor extra vocht. Als u misselijk bent na het onderzoek dan kan de verpleegkundige hierdoor medicijnen geven.
- De draininsteek kan gevoelig en beurs aanvoelen. Hiervoor krijgt u pijnstilling.
- U mag na de ingreep weer wat water drinken. Gaat dit goed dan kan u weer alles eten en drinken.
Op de afdeling wordt het thoraxdrainage systeem op een zuigsysteem aangesloten. Hierdoor zal het vocht en de lucht tussen de longvliezen continu worden weggezogen. Zo kan de long zich weer ontplooien. Om te controleren of de long zich goed ontplooit worden er dagelijks röntgenfoto’s gemaakt. Eerst op de kamer en daarna beneden.
Het is belangrijk dat u duidelijk aangeeft bij de verpleegkundige dat u nog pijn heeft.
- Door pijn kan uw ademhaling oppervlakkig zijn. Hierdoor ventileert u de longen te weinig. De long zal zich dan moeilijker kunnen ontplooien. U kan hiervoor een hulpmiddel (triflow) krijgen van de verpleegkundige. Ook goede pijnstilling is belangrijk.
- Ophoesten van slijm (sputum) is erg belangrijk. Als slijm in de longen achterblijft kunt u een longontsteking (pneumonie) krijgen. Voor het ophoesten van slijm is het van belang dat u uw pijnstilling goed inneemt. U krijgt ook een kussentje om de operatiewond te ondersteunen.
- Door de houding tijdens het onderzoek en de drain bent u geneigd om de arm en de schouder aan die kant niet of nauwelijks te gebruiken. Het is belangrijk toch uw arm en schouder goed te gebruiken. Dit om te voorkomen dat de schouder vast gaat zitten. De fysiotherapeut zal hier naar kijken en u hierover advies geven.
Het is belangrijk dat u de pijnstilling op vaste tijden in te nemen om een goede bloedspiegel te krijgen. Neemt u de pijnstilling alleen bij pijn, dan duurt het langer voordat het echt helpt.Als u zich goed voelt, mag u weer uit bed. Let er wel op dat u een drain en thoraxdrainage systeem hebt. Hiermee zit u aangesloten op het interne zuigsysteem. U bent hierdoor beperkt in uw bewegingsvrijheid. Dit wil zeggen dat u zich op bed moet wassen. U krijgt een postoel naast uw bed voor plassen en ontlasting. Wordt de drain na enige tijd op waterslot gezet, dan kunt u weer naar de badkamer lopen.
Verwijderen van de drains
- De verpleegkundige noteert elke dienst of er luchtlekkage is en hoeveel vocht er uit de holte komt. Ook houdt zij de verschillende aansluitingen van de drains in de gaten.
- Dagelijks wordt de insteekopening verzorgd om na te gaan of er zich geen ontsteking voordoet.
- Er wordt in principe dagelijks een röntgenfoto (x-thorax) van de longen gemaakt. Zo kan de arts de ontplooiing van de long controleren.
- Als de long weer tegen het borstvlies van de holte aanligt en er geen luchtlekkage meer is, wordt er gekeken of de drain eruit kan. Dit wordt voorzichtig in stappen gedaan.
- Eerst zal de drain op waterslot gezet worden. Dat wil zeggen dat er niet meer actief aan de long gezogen wordt. Maar de lucht of het vocht wat nog in de holte zit kan wel aflopen. Zo kan er bekeken worden of de long uit zichzelf tegen de borstwand blijft liggen. Ter controle wordt er weer een röntgenfoto (x-thorax) gemaakt.
- Blijft de long goed tegen de borstwand liggen dan worden de drains afgeklemd. Dit gebeurt met twee klemmen op de drain. Op deze manier kun je de ‘normale situatie’ nabootsen.
- Door een röntgenfoto kan de arts zien of de long ontplooid blijft. Is dit het geval, dan worden de drains verwijderd.
- Vijf dagen na het verwijderen van de drains mag u weer douchen.
- Hechtingen zijn meestal oplosbaar. Als de hechtingen toch verwijderd moeten worden dan bespreekt de verpleegkundige dit met u.
Uitslag
De patholoog onderzoekt het weggenomen weefsel. Dit onderzoek duurt ongeveer één week. Het weggenomen weefsel en het vocht worden soms ook op kweek gezet. Deze resultaten zijn vaak pas na enkele weken bekend. De zaalarts bespreekt met u òf met u en uw familie de uitslag. Mede op basis van de uitslag van het weefselonderzoek kan de longarts samen met u een verdere behandeling van uw longziekte bepalen.
Vragen
Tijdens het lezen van deze folder of tijdens de opname kan het zijn dat u vragen hebt. Schrijf ze op en stel ze aan de verpleegkundige of arts. U kunt ook in een gesprek met de verpleegkundige of arts om meer toelichting te vragen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Polikliniek Longfunctieafdeling en Longbehandelkamer
De afdeling is bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur.