Onderzoek met de Cardiobeeper (Eventrecorder)
Onderzoek met de Cardiobeeper (Eventrecorder)
Na overleg met u heeft de cardioloog besloten dat u een Cardiobeeper (Eventrecorder) krijgt. Hier kunt u lezen wat de Cardiobeeper is en hoe het onderzoek met dit apparaat werkt.
De Cardiobeeper is een apparaat waarmee het hartritme kan worden vastgelegd. Op de hartfunctieafdeling krijgt u uitleg over het apparaat en hoe u het kunt gebruiken. Daarna krijgt u de apparatuur mee en kunt u zelfstandig het hartritme meten. De Cardiobeeper maakt opnames van de elektrische hartactiviteit tijdens uw dagelijkse bezigheden op het moment van de klachten. Zo kunnen we erachter komen of er hartritmestoornissen zijn en waar deze vandaan komen.
U heeft een afspraak op de hartfunctieafdeling in het UMC Utrecht. Daar legt de hartfunctielaborant u uit hoe het onderzoek met de Cardiobeeper (Eventrecorder) werkt. U vindt de hartfunctieafdeling op de tweede verdieping, bouwdeel F, receptie 7. Als u de hoofdingang van het UMC Utrecht binnenkomt, gaat u rechtsaf de gang in. Volg routeletter F en neem de lift/trap aan uw rechterhand naar niveau 2. Daarna loopt u richting receptie 4 – 8 en meldt u zich aan de balie, receptie 7.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Houdt er rekening mee dat u ongeveer 30 minuten aanwezig bent op de hartfunctieafdeling. Daarna krijgt u de apparatuur mee en kunt u zelfstandig het hartritme registreren. De exacte duur van het onderzoek staat vermeldt op het dagboekformulier die u mee krijgt.
Redenen voor het maken van een registratie
- Wanneer u (hart)klachten heeft.
- Minstens 1x per week een registratie maken ter controle.
De apparatuur
De apparatuur die u mee krijgt bestaat uit:
- Basisstation + voedingskabel
- Cardiobeeper + tasje
- Dagboekformulier
- Handleiding van fabrikant 24CARE
- Reservebatterij
Het apparaat wordt gekoppeld aan uw patiëntgegevens in het elektronisch patiëntendossier, zodat de informatie in het goede dossier wordt geregistreerd.
Wij leggen u uit hoe het basisstation werkt. Daarna vertellen we hoe u een opname kunt maken en maken we samen een testopname. Voor een goede opname moet het apparaat rechtstreeks op de borst geplaatst worden, losse kleding kan gewoon omhoog gedaan worden. Vervolgens laten we zien hoe deze opname doorgestuurd wordt via het basisstation. Ook laten we zien hoe u de batterij kunt vervangen. U krijgt een dagboekformulier mee. Hierop kunt u aangeven waarom u een opname heeft gemaakt. Tenslotte bespreken wij met u wanneer de apparatuur met het dagboekformulier teruggebracht moeten worden. Daarna gaat u naar huis en kunt u de Cardiobeeper daar zelf aansluiten en gebruiken. Let op dat de apparatuur niet nat mag worden.
Basisstation aansluiten
Plaats het basisstation in een kamer waar u het meeste aanwezig bent.
Stap 1) Steek de voedingskabel in de achterzijde van het basisstation.
Stap 2) Stop de stekker van de voedingskabel in het stopcontact. Hierdoor gebeurt het volgende:
- Het lampje ‘ON’ brandt continu groen
- Het lampje ‘SYNC’ knippert continu rood
- Het lampje ‘BT’ zal na een aantal minuten voor een paar seconden blauw branden
Stap 3) Het basisstation is klaar voor gebruik.
Het maken van een opname
Stap 1) Plaats de kant met de vier zilveren elektrodes direct op de huid zoals aangegeven in de afbeelding. Zorg ervoor dat de startknop aan de bovenkant zit.
Stap 2) Klik eenmalig op de blauwe START knop om een opname te starten.
Stap 3) Als de opname succesvol is, piept het apparaat één keer ter bevestiging. Dit kan een aantal minuten duren.
Stap 4) Wanneer de Cardiobeeper zich binnen twee meter van het aangesloten basisstation bevindt, wordt de opname automatisch doorgestuurd. Dit gaat als volgt:
- Het apparaat geeft een piep en het groen knipperende lampje wordt geel en brandt continu
- Op het basisstation brandt het blauwe ‘BT’ lampje continu
- Als de opname goed verstuurd is, piept de Cardiobeeper één keer en gaat het lampje weer groen knipperen. Het blauwe ‘BT’ lampje op het basisstation gaat uit.
Wanneer de Cardiobeeper zich niet binnen twee meter van het aangesloten basisstation bevindt, wordt de opname opgeslagen in het geheugenkaartje. U moet de opname(s) daarna zelf actief versturen wanneer u weer in de buurt van het basisstation bent. Dit doet u als volgt:
- Zorg dat de Cardiobeeper zich binnen twee meter van het aangesloten bassistation bevindt.
- Houd de START knop van de Cardiobeeper een aantal seconden ingedrukt totdat u een piep hoort. Het groen knipperde lampje wordt geel en brandt continu.
- Op het basisstation brandt het blauwe ‘BT’ lampje continu.
- Als de opname correct verstuurd is, piept de Cardiobeeper één keer en gaat het lampje weer groen knipperen. Het blauwe ‘BT’ lampje op het basisstation gaat uit.
- Wanneer er meerdere opnames zijn gemaakt, worden deze tegelijk verstuurd.
Stap 5) Noteer de dag, het tijdstip en de reden van opname op het dagboekformulier.
Batterij vervangen
De Cardiobeeper heeft één batterij. Als deze vol is, knippert het lampje constant groen. De batterij werkt twee weken. Zodra de batterij bijna op is, gaat er een rood lampje branden. Dan moet u de batterij vervangen door de reserve batterij. Dit doet u door het schuifplaatje van de Cardiobeeper af te schuiven, zie afbeelding. Haal de oude batterij eruit en plaats de reservebatterij erin op dezelfde manier als de batterij die er al in zat.
Samenvatting van de belangrijke informatie:
- De apparatuur mag niet nat worden.
- Blauw lampje op basisstation betekent verbinding met Cardiobeeper.
- Geel lampje op Cardiobeeper betekent bezig met verzenden.
- Groen knipperend lampje op Cardiobeeper betekent volle batterij.
- Rood knipperend lampje op Cardiobeeper betekent batterij bijna leeg.
Inleveren apparatuur
Zorg er voor dat alle opnames doorgestuurd zijn. Koppel daarna het basisstation los van de stroom en retourneer de tas compleet. Lever al het apparatuur en het dagboekformulier in bij receptie 7 (hartfunctie) in de week die is afgesproken.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Uitslag
De uitslag van het onderzoek ontvangt u van uw cardioloog tijdens het eerstvolgende consult.