Sperma inleveren bij een vruchtbaarheidsbehandeling
Sperma inleveren bij een vruchtbaarheidsbehandeling
De afdeling voortplantingsgeneeskunde van het UMC Utrecht wil u door middel van deze folder informeren over het inleveren van sperma voorafgaand aan een vruchtbaarheidsbehandeling
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Waar vindt de spermaproductie plaats?
Spermaproductie tijdens een vruchtbaarheidsbehandeling vindt bij voorkeur plaats in het UMC Utrecht. In het ziekenhuis zijn hiervoor twee speciaal ingerichte kamers, in een stiltegang, aan het einde van de afdeling beschikbaar. In de kamers is een DVD speler aanwezig met daarin één DVD. U kunt ook gebruik maken van de openbare WiFi van het ziekenhuis (UMCU-Gasten).
Opvangen van het sperma?
U krijgt van het laboratorium twee spermapotjes waarin u het sperma moet opvangen. De reden dat u het sperma in twee potjes moet opvangen is omdat het eerste deel van het sperma de meeste zaadcellen bevat. In het laatste deel is voornamelijk vocht uit de prostaat en de zaadblaasjes aanwezig. Deze vloeistoffen bemoeilijken het bewerken van het sperma.
Wanneer u bang bent dat het niet lukt om het sperma op te vangen in twee potjes kunt u dat altijd bespreken met de analist van receptie 39.
De binnenkant van het potje is steriel en mag niet met de handen worden aangeraakt of worden schoon gemaakt. U mag ook geen ander potje of condoom gebruiken voor het opvangen van het sperma. Vóór de zaadlozing is het belangrijk dat u de penis niet met zeep wast omdat zeepresten schadelijk zijn voor de zaadcellen. Wanneer er sperma verloren is gegaan tijdens het opvangen is het belangrijk dat u dit meldt bij het inleveren van de potjes.
Heeft u invloed op de spermakwaliteit?
Er zijn een aantal factoren bekend die van invloed zijn op de spermakwaliteit. U wordt geadviseerd om voorafgaand aan de spermaproductie 2 tot 5 dagen geen gemeenschap of zaadlozing te hebben. De kwaliteit van het sperma is dan zo optimaal mogelijk.
Indien u thuis zou produceren moet het bewaren en vervoeren van het sperma moet zo veel mogelijk tussen kamertemperatuur en lichaamstemperatuur gebeuren. U kunt het potje tegen uw lichaam aanhouden bijvoorbeeld in uw binnenzak. Belangrijk is dat u het sperma niet te koud laat worden want dat is schadelijk voor de zaadcellen.
Ook koorts kan de spermakwaliteit beïnvloeden. Indien u 3 maanden voorafgaand aan een onderzoek of vruchtbaarheidsbehandeling ziek bent geweest, met daarbij koorts (meer dan 38 °C), willen wij dit graag weten. Ook factoren als roken, alcohol en drugs kunnen de spermakwaliteit beïnvloeden. Meer informatie kunt u vinden op www.zwangerwijzer.nl
Wat is de kwaliteit van het sperma?
U krijgt op de dag van de spermaproductie van de arts of verpleegkundige te horen of de spermakwaliteit voldoende is voor de behandeling.
Wat gebeurt er wanneer spermaproductie niet lukt?
Wanneer u het moeilijk vindt om het sperma in het ziekenhuis te produceren, schroom dan niet om dat al aan te geven tijdens het voorbereidingsgesprek met de arts of later in het traject. We hebben zo nodig een vibrator voor u beschikbaar. In bepaalde situaties is het in een vruchtbaarheidsbehandeling toegestaan om het sperma thuis te produceren mits de kwaliteit van het sperma dat toelaat en u het sperma binnen 60 minuten na de zaadlozing bij receptie 39 inlevert. U kunt ook met de arts bespreken of het mogelijk is om uw sperma van te voren in te vriezen. Het kan voorkomen dat het toch niet lukt om op de dag van een behandeling sperma te produceren. In dat geval kunnen de verkregen eicellen ingevroren worden voor later gebruik.
Wat gebeurt er in het laboratorium?
Na ontvangst aan de balie wordt het sperma in het laboratorium bewerkt zodat alleen de bewegende zaadcellen overblijven. Bij een kunstmatige inseminatie behandeling (IUI) wordt het bewerkte sperma overgedragen aan de verpleegkundige of arts die de inseminatie zal uitvoeren. Bij een IVF/ICSI behandeling worden de zaadcellen in de middag aan de eicellen toegevoegd of geïnjecteerd.
Hoe zorgvuldig wordt omgegaan met lichaamsmateriaal?
De potjes voor het opvangen van het sperma zijn altijd voorzien van uw gegevens. Ter controle wordt altijd gevraagd naar een legitimatiebewijs. Bij alle handelingen in het laboratorium met zaad-en/of eicellen vindt een controle op identiteit plaats door twee medewerkers. Deze controle wordt altijd in uw dossier geregistreerd.