Niertumoren bij kinderen: specifieke diagnose via MRI
Niertumoren bij kinderen: specifieke diagnose via MRI
Niertumoren bij kinderen zijn zeldzaam, en de behandeling kan ingrijpend zijn. Justine van der Beek onderzocht hoe verschillende soorten niertumoren kunnen worden onderscheiden met MRI-scans. Deze techniek kan helpen in de toekomst om ieder kind direct vanaf de vroegere diagnose de best passende behandeling te bieden. "Een snellere gepersonaliseerde behandeling draagt bij aan een betere kans op genezing én kwaliteit van leven'', zegt Justine, werkzaam bij het Prinses Máxima Centrum en UMC Utrecht. Zij promoveerde 28 mei.
In Nederland krijgen jaarlijks zo’n 35 kinderen een tumor in de nier. Meestal is dit een Wilms-tumor, die vooral voorkomt bij kinderen onder de vijf jaar. Mede dankzij internationale samenwerking en onderzoek is er al veel vooruitgang geboekt en genezen 9 van de 10 kinderen.
In Europa krijgen kinderen eerst chemotherapie, voordat de tumor met een operatie wordt verwijderd. "Omdat de kans zo groot is dat het een Wilms tumor is, krijgen alle kinderen met nierkanker de standaardbehandeling voor Wilms tumoren. Dat is 4 tot 6 weken chemotherapie", legt Justine uit. Wilms tumoren bestaan vaak ook uit meerdere subtypen tumorcellen. "Het doel van chemotherapie is om de tumor te verkleinen voor de operatie, wat de operatie vergemakkelijkt," legt Justine uit. "Echter, bij bepaalde (sub)types zien we dat deze behandeling niet het gewenste effect heeft, wat betekent dat kinderen soms intensieve therapieën ondergaan zonder dat de tumor verkleint.''
Tumoren onderscheiden
Het onderscheiden van Wilms tumoren en niet-Wilms tumoren op het moment van diagnose kan nu nog alleen door een klein stukje van de tumor (biopt) weg te nemen voor onderzoek onder de microscoop. Een biopt wordt onder narcose met behulp van echo via de huid afgenomen. Kinderoncologen in Europa doen dit alleen wanneer zij vermoeden dat het géén Wilms tumor is. Een biopt afnemen brengt namelijk risico's met zich mee. Een minder ingrijpende manier om het type niertumor vast te stellen biedt dan ook voordelen.
Justine onderzocht hoe MRI-scans kunnen helpen bij het onderscheiden van Wilms tumoren en niet-Wilms tumoren. Daarbij keek ze ook naar het onderscheid van de subtypes van Wilms tumoren. Omdat alle kinderen met een niertumor standaard een MRI-scan krijgen bij diagnose en na chemotherapie, brengt deze methode geen extra belasting met zich mee voor het kind. "Zo hopen we in de toekomst behandelingen al vanaf het eerste moment echt op maat te kunnen bieden, door per patiënt te bepalen wat de exacte diagnose is en welke behandeling daar het beste bij past", zegt Justine.
Diagnose stellen met MRI
Justine gebruikte in haar onderzoek een speciale techniek van de MRI-scanner. Die techniek heet diffusie-gewogen beeldvorming (DWI). Met de DWI mat Justine hoe snel watermoleculen zich verplaatsen in het weefsel van de nieren en tumoren. ''Tumorcellen zijn dichter op elkaar aangesloten dan normale cellen, waardoor watermoleculen langzamer bewegen. De snelheid van de beweging van watermoleculen lijkt ook te verschillen per subtype. Door naar deze mate van celdichtheid te kijken kunnen we de verschillende tumortypes onderscheiden'', legt Justine uit.
Om de (sub)type tumorcellen heel precies te kunnen vaststellen gebruikten Justine en haar collega’s een gepersonaliseerde ‘cutting guide’. Dat is een 3D-geprinte mal die precies past bij de niertumor. "Hiermee keken wij naar de verschillende subtypes onder de microscoop, en vergeleken wij die direct met de MRI-scan. Zo konden wij metingen doen met de DWI die direct gekoppeld zijn aan een specifiek subtype niertumor," zegt Justine. De waardes die hieruit kwamen helpen om niertumoren bij kinderen te onderscheiden samen met andere karakteristieken van de verschillende typen niertumoren.
Internationale samenwerking
Justine voerde haar promotieonderzoek uit in samenwerking met het UMC Utrecht, Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ), en het Prinses Máxima Centrum (PMC) onder begeleiding van prof. Jeroen Hendrikse, prof. Marry van den Heuvel-Eibrink, prof. Ronald de Krijger en dr. Annemieke Littooij. Ook internationale samenwerkingen zijn belangrijk in dit onderzoek. “Kanker bij kinderen is gelukkig zeldzaam, maar juist omdat het zo zeldzaam is, kunnen we veel bereiken als we nationaal en internationaal onze krachten bundelen," legt Justine uit. "In het Prinses Máxima Centrum zien we hoe ver we kunnen komen door samen te werken, vooral omdat we ons kunnen richten op zeer specifieke methoden voor bepaalde tumortypes."
Volgende stappen
Justine is optimistisch dat met meer onderzoek en samenwerking tussen specialismen, deze nieuwe MRI-gebaseerde methodes zullen leiden tot behandelingen die specifiek zijn afgestemd op het type tumor van elk kind. Zo kan elk kind in de toekomst de best mogelijke zorg krijgen. Justine: "ik geloof echt dat we met dit proefschrift een grote sprong voorwaarts maken, en we een basis hebben gevormd voor toekomstige onderzoeken."
De resultaten van de haalbaarheidsstudie, mogelijk gemaakt dankzij financiering door KiKa, verschenen eerder in Pediatric Oncology. Binnenkort verschijnen de resultaten van het vervolgonderzoek. Hiervoor zijn biopten en scans van 54 kinderen die in het Máxima onder behandeling zijn onderzocht.