Coronavaccins bieden volwassenen met Downsyndroom mogelijk minder bescherming
Coronavaccins bieden volwassenen met Downsyndroom mogelijk minder bescherming
Onderzoek door het UMC Utrecht naar de afweer na toediening van het coronavaccin bij volwassenen met het Downsyndroom toont aan dat zij mogelijk minder goed beschermd zijn na twee corona vaccinaties. Op basis van onder andere dit onderzoek heeft de Gezondheidsraad vandaag aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geadviseerd alle volwassenen met het syndroom van Down een versnelde booster vaccinatie aan te bieden.
Minder goede afweer
Mensen met het syndroom van Down hebben een minder goede afweer. Hierdoor hebben zij een grotere kans om ernstig ziek te worden als ze geïnfecteerd raken met het coronavirus. In Nederland zijn mensen met het Downsyndroom dan ook als hoog risicogroep met voorrang gevaccineerd met Moderna, Pfizer of AstraZeneca. Het PRIDE onderzoek dat het UMC Utrecht sinds februari 2021 in samenwerking met het RIVM doet, onderzoekt of het minder goed werken van het afweersysteem van mensen met Down ook invloed heeft op werking van de coronavaccins. Het onderzoek maakt onderdeel uit van het COVID-19 programma van ZonMw, waarin 8 studies gefaciliteerd worden die zich richten op de werking van COVID-19 vaccins.
Wel afweerreactie maar mogelijk minder sterk
Aan het onderzoek deden 316 gevaccineerde deelnemers mee waarvan 224 mensen het Downsyndroom hadden. De eerste resultaten van het onderzoek laten zien dat alle deelnemers een afweer reactie hebben ontwikkeld na de vaccinaties. Wel zijn er vier weken na de tweede Pfizer of Moderna vaccinatie bij de mensen met het Downsyndroom gemiddeld minder hoge niveaus van antistoffen gevonden in vergelijking met de mensen zonder Downsyndroom. Na vaccinatie met AstraZeneca zijn er geen verschillen tussen de twee groepen, de antistofniveaus zijn gemiddeld lager dan na Moderna of Pfizer, zoals bij de controle groep.
"Uit ons onderzoek blijkt dat vier weken na de tweede Pfizer of Moderna vaccinatie mensen met het Downsyndroom minder hoge antistoffen hebben in vergelijking tot mensen zonder het syndroom van Down."
Prof. Dr. Louis Bont Kinderinfectioloog-immunoloog en hoofdonderzoeker UMC Utrecht
Hoe nu verder?
De uitkomsten van het PRIDE onderzoek zijn aangeboden aan de Gezondheidsraad. Op basis van onder andere dit Utrechtse onderzoek heeft de Gezondheidsraad aan het ministerie van VWS geadviseerd alle volwassenen met Down syndroom in Nederland een versnelde boostervaccinatie aan te bieden.
Om ook de antistoffen na de versnelde booster te kunnen onderzoeken, is nu ook aanvullend onderzoek opgezet. Hierin zullen opnieuw de antistoffen gemeten worden vóór en na de booster vaccinatie. Alleen mensen met het Downsyndroom die reeds deelnemen aan de PRIDE studie komen in aanmerking voor het aanvullende deel van de studie.
Kinderen
Op basis van de huidige resultaten is er voor de kinderen van 12-17 jaar nog geen advies te geven. Het onderzoek voor deze leeftijdsgroep is nog in volle gang en het is nog mogelijk om je hier voor aan te melden. De resultaten van dit deel van het onderzoek zullen op een later moment bekend worden gemaakt.