Position paper: De betekenis van digitale innovatie in de jeugd-ggz
Samen de vraag verkennen
Floortje Scheepers is hoogleraar Innovatie in de GGZ bij het UMC Utrecht. Samen met het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie bracht zij professionals uit verschillende werkvelden bij elkaar om de hoofdvraag te onderzoeken: hoe sluiten we vanuit de kinder- en jeugdpsychiatrie op de juiste manier aan bij technologische ontwikkelingen, zodat we deze betekenisvol kunnen inzetten?
Het position paper De betekenis van digitale innovatie in de jeugd-ggz is het product van deze interdisciplinaire dialoog, en is het startdocument voor volgende stappen om technologie zinvol te laten zijn in de behandeling voor psychisch kwetsbare kinderen en jongeren.
Onvoldoende zicht op de schaduwkant
Kinderen nemen technologie mee naar de behandelkamer. Ze communiceren online en zoeken bijvoorbeeld zelf informatie op over diagnoses en behandeling. Dit kan positief zijn: kinderen krijgen zo mogelijk meer regie op hun eigen herstel. De gelijkwaardigheid tussen kind en behandelaar kan hierdoor toenemen.
Maar we hebben nog te weinig zicht op de negatieve invloed van digitale technologie. Dit maakt sturen op de preventie van mogelijke risico’s moeilijk. Er kunnen bijvoorbeeld belangrijke dingen verloren gaan, zoals het persoonlijke, soms schurende en daarmee waardevolle contact tussen behandelaar en patiënt.
Hoe nu verder?
De kinderen en jongeren zelf bepalen de betekenis van technologie in de behandeling. Hoe worden zij hierdoor gemotiveerd, ondersteund en versterkt? Wat verliest de jeugd-ggz door onvoldoende aan te sluiten op hun leefwereld als het gaat om technologie? En is dat erg? Het is noodzakelijk om deze vragen onder de loep te nemen.
Daarnaast is er actie nodig: kennis opbouwen, onderzoek en experimenten uitvoeren, documenteren wat we weten en ervaringen delen. Een richtlijn die diagnoses overstijgt kan hierbij helpen, net als databases, een risico-indicatie of andere handreiking.
Een nationaal netwerk (inclusief de kinderen waar het om gaat) kan helpen elkaar te vinden, initiatieven te verbinden en van elkaar te leren.