Terug
UCC SMART: publicaties, jaarverslagen en evenementen
Publicaties uitklapper, klik om te openen
Publicaties 2025
- Sociaaleconomische ongelijkheid in het risico op een nieuw hart- of vaatprobleem bij mensen die eerder vaatziekte hebben gehad.
Mensen met hart- en vaatziekten (HVZ), zoals een hartinfarct of beroerte, lopen een hoog risico om opnieuw een hart- of vaatprobleem te krijgen. Mogelijk hangt de kans hiervan samen met de sociaaleconomische status (SES).
In dit onderzoek is gekeken of patiënten met een lagere SES een groter risico hebben om opnieuw HVZ te krijgen en of dit op jongere leeftijd gebeurt in vergelijking met patiënten met een hogere SES.
Uit de resultaten bleek dat patiënten in de laagste SES-groep:
- 35% meer kans hadden om opnieuw een hart- of vaatprobleem te krijgen in vergelijking met de hoogste SES-groep.
- Gemiddeld 2,4 jaar kortere levensverwachting en 5,5 jaar kortere gezonde levensverwachting (zonder hart- en vaatziekten) hadden dan patiënten in de hoogste SES-groep.
Dit onderzoek laat zien dat patiënten met een lagere SES de slechtste hart- en vaatgezondheid hebben. Dit benadrukt de noodzaak om ongelijkheden in de gezondheidszorg te verminderen.
Stella Bijkerk, Frank L.J. Visseren, Manon G. van der Meer, Gert J. de Borst, Ynte M. Ruigrok, Tomas Jernberg, Mark Woodward, Eric P. Moll van Charante, Ilonca Vaartjes, Jannick A.N. Dorresteijn, Steven H. J. Hageman
Lees het volledige artikel >
Publicaties 2024
- Het percentage patiënten met hart- en vaatziekten dat bepaalde voedingsgewoonte rapporteert, verandert over de jaren.
In de periode 1996 tot 2019 rapporteerde patiënten met hart- en vaatziekten minder vaak een laag-vet dieet (van 22.4 % naar 3.8 %) . Dit komt overeen met richtlijnen, die het laag-vet dieet niet langer aanraden voor deze patiënt groep.
Een klein percentage patiënten rapporteert een vegetarisch voedingspatroon en dit neemt geleidelijk aan toe over de jaren (van 1.1% naar 2.3%). Deze toename komt overeen met een bredere maatschappelijke interesse in dit voedingspatroon. Tevens is de laatste jaren vanuit richtlijnen, meer nadruk op het belang van meer plantaardig/vegetarisch eten voor patiënten met hart- en vaatziekten.
Het aantal patiënten dat een laag zoutgehalte rapporteert te eten was laag en daalde over de jaren. Minder zoutinname zorgt voor een lagere bloeddruk en een lagere kans op hart- en vaatziekten. Gezien de grote gezondheidsvoordelen van een laag zout voedingspatroon, is er hernieuwde actie nodig om te zorgen dat meer patiënten met hart – en vaatziekten een zoutarm voedingspatroon aannemen.
L L F Hoes, J M Geleijnse, N E Bonekamp, J A N Dorresteijn, M G van der Meer, Yvonne T van der Schouw, Frank L J Visseren, Charlotte Koopal; UCC-SMART study group
Lees het volledige artikel > - Impact van de Europese preventie richtlijn bij patiënten met bestaande hart- en vaatziekten.
Patiënten met vastgesteld hart- en vaatziekte (HVZ) lopen een hoog risico op nieuwe HVZ. De richtlijn van de Europese Vereniging voor Cardiologie voor de preventie van HVZ introduceerde een stapsgewijze behandelingsaanpak. Stap 1 in deze aanpak zijn behandelingen die voor alle patiënten gelden, en Stap 2 bestaat uit intensieve behandelingen die voorgeschreven kunnen worden aan patiënten die na Stap 1 nog steeds een hoog risico op HVZ hebben. In deze studie wordt gekeken naar het effect van Stap 1 en Stap 2 op HVZ binnen 27.094 patiënten door heel Europa. Hieruit blijkt dat na Stap 1 nog steeds 80-99% van de patiënten meer dan 10% kans heeft op nieuwe HVZ. Met de intensieve behandelopties zouden 198-245 nieuwe HVZ per 1000 behandelde mensen voorkomen kunnen worden. 198-245 nieuwe cardiovasculaire gebeurtenissen kunnen voorkomen voor elke 1000 en kan 63% van de patiënten <10% risico op HVZ behalen.
Joris Holtrop, Deepak L Bhatt, Kausik K Ray, François Mach, Yvo M Smulders, David Carballo, Philippe Gabriel Steg, Frank L J Visseren, Jannick A N Dorresteijn, on behalf of the SMART study group.
Lees het volledige artikel > - Beweging, sportdeelname, insulinegevoeligheid en niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) in mensen met type 1 diabetes.
In dit onderzoek hebben we bekeken of er een relatie is tussen beweging, de insulinegevoeligheid en niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) in mensen met type 1 diabetes. 254 mensen deden mee aan het onderzoek. Alle deelnemers hebben een vragenlijst ingevuld, bij iedereen werd bloedgeprikt en een deel kreeg een FibroScan (soort echo van de lever). De vragenlijst ging over het soort beweging, de hoeveelheid beweging en over deelname aan sport. We zagen dat mensen die regelmatig sporten (sport participatie) een betere insulinegevoeligheid hadden en een kleinere kans hadden op NAFLD. We denken dat dit de groep mensen is die ook een gezondere leefstijl heeft. In ons onderzoek had de hoeveelheid beweging geen invloed op de insulinegevoeligheid of de kans op het hebben van NAFLD (geen dosis-respons-relatie). Dit onderzoek laat zien dat het ook bij mensen met type 1 diabetes belangrijk is om aandacht te hebben voor behandeling van leefstijl.
Marieke de Vries, Jan Westerink, Karin Kaasjager, Harold de Valk
Lees het volledige artikel > - HbA1c en FPG zijn gelijk in hun relatie met het risico op cardiovasculaire ziekten in een hoog-risico populatie.
Bekend is dat type 2 suikerziekte een hogere kans op hart- en vaatziekten geeft. Daarom wordt bij mensen met hart- en vaatziekten en mensen met een grote kans daarop, ook gekeken of ze suikerziekte hebben. Daarvoor zijn twee testen, namelijk de hoeveelheid suiker in het bloed wanneer je nuchter bent (FPG; fasting plasma glucose), en HbA1c, een waarde die een afspiegeling is voor de gemiddelde bloedsuikerspiegel van de afgelopen 2-3 maanden. Wij hebben onderzocht welke van deze twee methodes een sterker verband heeft met het ontstaan en verergeren van hart- en vaatziekten, om te kijken of één van de twee beter gebruikt kan worden dan de ander. Onze conclusie is dat dit niet het geval is, en dat beide testen gebruikt kunnen worden. Hierdoor kan de keuze voor de test worden genomen op basis van andere criteria, zoals wat handiger is voor de patiënt of de prijs van de test.
Been, Riemer A., Noordstar, Ellen, Helmink, Marga A.G., van Sloten, Thomas T., de Ranitz-Greven, Wendela L., van Beek, André P., Houweling, Sebastiaan T., van Dijk, Peter R., Westerink, Jan and on behalf of the UCC-SMART Study Group.
Lees het volledige artikel > - Het voorspellen van diabetes type 2 in mensen met hart- en vaatziekten.
Mensen die eerder hart- en vaatziekten hebben doorgemaakt, lopen een verhoogd risico op het krijgen van type 2 diabetes. Middels het CVD2DM model kunnen zowel het 10-jaars als levenslange risico op het ontwikkelen van type 2 diabetes worden voorspeld voor mensen met een voorgeschiedenis van hart- en vaatziekten. Met dit model is het mogelijk om het eventuele voordeel van preventieve interventies (bijv. een leefstijlprogramma) voor individuele patiënten te beoordelen. Wanneer patiënten inzicht krijgen in hun risico op het krijgen van type 2 diabetes, kan dit hen motiveren tot het aannemen van een gezondere leefstijl. Daarnaast heeft het model een potentiële rol in vroege opsporing van type 2 diabetes in mensen met een eerdere hart- en vaatziekte. Hoewel de huidige richtlijnen al screening op type 2 diabetes aanbevelen na een recente hart- en vaatziekte, zou dit model kunnen helpen in het bepalen van de timing van eventuele vervolgscreeningen, indien patiënten initieel geen diabetes hebben.
Helmink MAG, Peters SAE, Westerink J, Harris K, Tillmann T, Woodward M, van Sloten TT, van der Meer MG, Teraa M, Dorresteijn JAN, Ruigrok YM, Visseren FLJ, Hageman SHJ; UCC-SMART study group.
Lees het volledige artikel > - Het neutrofielen/lymfocyten ratio en CRP in het bloed van mensen met type 2.
Dit onderzoek toont aan dat bij patiënten met type 2 diabetes (T2D), de verhouding tussen neutrofielen en lymfocyten (NLR) in het bloed gerelateerd is aan een hoger risico op hart- en vaatziekten en sterfte door alle oorzaken, onafhankelijk van C-reactief proteïne (CRP). Dit betekent dat NLR een extra marker is voor het risico op hart- en vaatziekten, zelfs als CRP laag is. Zowel NLR als CRP zijn onafhankelijk gerelateerd aan sterfte door alle oorzaken bij T2D-patiënten.
Lukas L.F. Hoes, Niels P. Riksen, Johanna M. Geleijnse, Mark C.H. de Groot, Yvonne T. van der Schouw, Frank L.J. Visseren, Charlotte Koopal, on behalf of the UCC-SMART study group.
Lees het volledige artikel > - Het inschatten van onzekerheid bij individuele risicovoorspellingen voor hart- en vaatziekten: Hoe Bayesian-methoden kunnen helpen.
Voor gepersonaliseerde behandeling gebruiken artsen zogenoemde risicoscores om te zien wie het meeste heeft aan preventieve behandeling. Traditioneel geven risico-scores alleen een schatting van het risico zonder aan te geven hoe zeker die schatting is. Daarom hebben onderzoekers in dit onderzoek gekeken hoe ook de onzekerheid berekend kan worden.
De studie gebruikte een nieuwe statistische methode om niet alleen het risico te berekenen, maar ook om een schatting van de onzekerheid rond die risico-schatting te geven. Dit betekent dat naast een risicoschatting, de onderzoekers ook een bereik van mogelijke waarden geven waarbinnen het echte risico ligt.
In hun onderzoek keken ze naar gegevens van meer dan 8.000 mensen met hart- en vaatziekten uit het UCC-SMART cohort. Ze vonden dat hun nieuwe methode de risicoschattingen en de bijbehorende onzekerheden goed kon berekenen. Dit kan artsen helpen om beter te begrijpen hoe betrouwbaar hun risicoschattingen zijn, om zo meer geïnformeerde beslissingen te nemen.
Steven H.J. Hageman, Richard A.J. Post , Frank L.J. Visseren, J. William McEvoyc , J. Wouter Jukema, Yvo Smulders, Maarten van Smeden, Jannick A.N. Dorresteijn
Lees het volledige artikel > - Kosteneffectiviteit van het mediterrane dieet en fysieke activiteit in de secundaire preventie van hart- en vaatziekten.
Levensstijloptimalisatie, inclusief fysieke activiteit en een gezond dieet, is een centrale aanbeveling voor het voorkomen van terugkerende hart- en vaatziekten. In deze studie werd onderzocht of het verbeteren van fysieke activiteit en het naleven van een hart-gezond Mediterraan dieet ook een kosteneffectieve optie zou zijn. De resultaten waren opmerkelijk: het volgen van het Mediterrane dieet en het deelnemen aan fysieke activiteit zouden naar verwachting leiden tot een toename van 2,0 kwaliteit-gecorrigeerde levensjaren (QALY's, gelijk aan een levensjaar in perfecte gezondheid) en kostenbesparingen. Dit betekent dat levensstijloptimalisatie in de secundaire preventie van hart- en vaatziekten de gezondheid van de bevolking verbetert, terwijl de totale zorgkosten worden verlaagd. Deze bevindingen benadrukken het belang van het implementeren van levensstijlveranderingen in de zorg voor alle individuen met hart- en vaatziekten. Een gezonde levensstijl is niet alleen effectief in het verbeteren van de gezondheid, maar ook een verstandige financiële beslissing.
Bonekamp NE, Visseren FLJ, van der Schouw YT, van der Meer MG, Teraa M, Ruigrok YM, Geleijnse JM, Koopal C
Lees het volledige artikel > - Verandering van levensstijl op lange termijn en risico op sterfte en type 2-diabetes bij patiënten met hart- en vaatziekten.
In dit onderzoek hebben we gekeken of veranderingen in levensstijl verband houden met verbeterde gezondheidsresultaten bij mensen met hart- en vaatziekten (HVD). We hebben zelfgerapporteerde levensstijlfactoren (roken, tailleomtrek, alcoholgebruik en fysieke activiteit) beoordeeld, zowel bij de start van het onderzoek als ongeveer 10 jaar later. De resultaten benadrukken het belang van gezonde levensstijlkeuzes, zelfs voor mensen die al gediagnosticeerd zijn met HVD, en suggereren dat het nooit te laat is om je levensstijl te verbeteren.
Nadia E. Bonekamp , Frank L.J. Visseren, Maarten J. Cramer, Jannick A.N. Dorresteijn , Manon G. van der Meer , Ynte M. Ruigrok, Thomas T. van Sloten , Martin Teraa , Johanna M. Geleijnse, and Charlotte Koopal
Lees het volledige artikel >
Publicaties 2023
- De kracht van beweging: Via welk mechanisme verlaagt lichamelijke activiteit het risico op overlijden en cardiovasculaire gebeurtenissen.
Regelmatige lichaamsbeweging vermindert het risico op overlijden en herhaalde vasculaire gebeurtenissen bij patiënten met hart- en vaatziekten. In een analyse van ruim 8,500 deelnemers uit het UCC-SMART cohort toonden we aan dat het type en intensiteit van lichaamsbeweging niet veel uitmaken maar dat het bewegingsvolume het belangrijkst is. Mensen die regelmatig matige tot intensieve oefeningen deden, hadden een significant lager risico op overlijden en vasculaire gebeurtenissen. Het gunstige effect van lichaamsbeweging werd voor een belangrijk deel verklaard door verbeteringen in factoren zoals insulinegevoeligheid en systemische ontsteking. Deze bevindingen benadrukken het belang van lichaamsbeweging als een effectieve strategie om de gezondheid van mensen met hart- en vaatziekten te verbeteren.
Nadia E Bonekamp, Anne M May, Martin Halle, Jannick A N Dorresteijn, Manon G van der Meer, Ynte M Ruigrok, Gert J de Borst, Johanna M Geleijnse, Frank L J Visseren, Charlotte Koopal on behalf of the UCC-SMART study group.
Lees het volledige artikel > - Screening op aneurysma’s in de hersenen bij rokende mensen met een hoge bloeddruk.
Hersenaneurysma’s zijn uitstulpingen van de slagaders in de hersenen, ze komen bij 3% van de bevolking voor. Het merendeel zal nooit klachten geven, maar sommigen kunnen barsten en een hersenbloeding veroorzaken (een zogenaamde aneurysmatische subarachnoïdale bloeding). Nog ongebarsten aneurysma’s kunnen opgespoord worden met een scan van de bloedvaten in het hoofd, dit wordt screening genoemd. De aneurysma’s met een hoge kans om te barsten worden behandeld om een bloeding in de toekomst te voorkomen. Het doel van ons onderzoek was om de opbrengst van screening in kaart te brengen bij mensen boven de 35 jaar met symptomatisch vaatlijden, een hoge bloeddruk en die roken of gerookt hebben. Van 500 patiënten werden scans van de bloedvaten in het hoofd bekeken. Hierbij werden 25 aneurysma’s gevonden (25/500=5%). Deze aneurysma’s waren klein met een lage kans om te barsten. Aangezien maar één van de 25 gevonden aneurysma’s behandeld hoefde te worden in een periode van vijf jaar, adviseren wij op dit moment niet om deze hele groep te screenen. We zagen dat toenemende leeftijd, vrouwelijk geslacht en roken de hoogste kans gaven op een aneurysma. Of screening wel zinnig is voor een van deze hoog-risico groepen zal in toekomstige studies verder onderzocht moeten worden.
Liselore A Mensing, Rick J van Tuijl, Gerard A de Kort, Irene C van der Schaaf, Frank L Visseren, Gabriel JE Rinkel, Birgitta K Velthuis, Ynte M Ruigrok, on behalf of the UCC-SMART study group
Lees het volledige artikel > - Ontregelde stofwisseling en hartfalen.
Het metabool syndroom is een verzamelnaam voor aandoeningen die te maken hebben met een ontregelde stofwisseling. Het doel van het artikel is om te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen het metabool syndroom en hartfalen, waarbij het hart minder goed werkt. Dit werd specifiek onderzocht bij patiënten met hart- en vaatziekten zonder diabetes. De conclusie van het onderzoek is dat er bij deze groep patiënten een verband bestaat tussen het metabool syndroom en een verhoogd risico op hartfalen. Dit effect werd niet beïnvloed door andere factoren die bij de ontwikkeling van hartfalen een rol kunnen spelen.
Pascal M. Burger, Stefan Koudstaal, Jannick A.N. Dorresteijn, Gianluigi Savarese, Manon G. van der Meer, Gert J. de Borst, Arend Mosterd, Frank L.J. Visseren.
Lees het volledige artikel > - Coronaire hartziekten en Colchicine.
Bij coronaire hartziekten zijn er als gevolg van slagaderverkalking problemen met de doorbloeding van de hartspier. Onderzoek heeft aangetoond dat de ontstekingsremmende effecten van het geneesmiddel Colchicine het risico op nieuwe hart- en vaatziekten doet verminderen bij patiënten met coronaire hartziekten. In het artikel zijn de langtermijnvoordelen van een lage dorsering van Colchicine vergeleken met de effecten van lipiden- en bloeddrukverlagende medicatie. Gemiddeld zou een lage dosis Colchicine het risico op hart- en vaatziekten in een periode van tien jaar verlagen van 17,8% naar 13,2% (een daling van 4,6%) en gemiddeld 2 extra levensjaren zonder hart- en vaatziekten opleveren. Een lage dosis Colchicine was naar schatting bij 49% van de patiënten de meest effectieve behandeling, intensieve bloeddrukverlagende therapie bij 28% en intensieve lipiden verlagende therapie bij 23% van de patiënten.
Pascal M Burger, Jannick A N Dorresteijn, Aernoud T L Fiolet, Stefan Koudstaal, John W Eikelboom, Stefan M Nidorf, Peter L Thompson, Jan H Cornel, Charley A Budgeon, Iris C D Westendorp, Driek P W Beelen, Fabrice M A C Martens, Philippe Gabriel Steg, Folkert W Asselbergs, Maarten J Cramer, Martin Teraa, Deepak L Bhatt, Frank L J Visseren, Arend Mosterd, for the LoDoCo2 Trial Investigators , UCC-SMART Study Group , REACH Registry Investigators.
Lees het volledige artikel > - De relatie tussen hart- en vaatziekten, ontsteking en hartfalen.
Patiënten met hart- en vaatziekere lopen een hoger risico op hartfalen, waarbij het hart minder goed werkt. Dit komt mogelijk komen door een verhoging in de algehele ontstekingswaarden bij deze patiënten. CRP staat voor C-reactief proteïne, dit is een eiwit in het bloed dat de mate van ontsteking in het lichaam aangeeft. In dit artikel is aangetoond dat de aanwezigheid van dit eiwit een verhoogd risico op hartfalen met zich meebrengt. Het onderzoek biedt daarmee onderbouwing voor andere onderzoeken waarbij wordt onderzocht of ontstekingsremmende middelen mogelijk een rol kunne spelen in het voorkomen van nieuwe hart- en vaatziekten bij patiënten waarbij het risico onvoldoende wordt teruggebracht met reguliere behandeling.
Pascal M. Burger, Stefan Koudstaal, Arend Mosterd, Aernoud T.L. Fiolet, Martin Teraa, Manon G. van der Meer, Maarten J. Cramer, Frank L.J. Visseren, Paul M. Ridker, Jannick A.N. Dorresteijn, M.J. Cramer, M.G. van der Meer, H.M. Nathoe, G.J. de Borst, M.L. Bots, M.H. Emmelot-Vonk, P.A. de Jong, A.T. Lely, N.P. van der Kaaij, L.J. Kappelle, Y.M. Ruigrok, M.C. Verhaar, F.L.J. Visseren, J.A.N. Dorresteijn.
Lees het volledige artikel > - UCC-SMART in een notendop.
SMART staat voor Second Manifestations of ARTerial diseases, dat onderdeel is van de Utrecht Cardiovasculaire Cohorten. Dit artikel geeft een uitgebreid overzicht van de opzet van het programma, inclusief onderbouwing en de ontwikkeling door de jaren heen. Sinds de start van het programma in september 1996 hebben in totaal 14.830 patiënten deelgenomen. Deelname is mogelijk wanneer men tussen de 18 en 90 jaar oud is en verwezen naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht vanwege (een verhoogde kans op) hart- en vaatziekten. Tijdens een eenmalig onderzoeksprogramma worden verschillende metingen gedaan waarna deelnemers jaarlijks worden gevolgd via een vragenlijst. Het UCC-SMART-cohort heeft via deze dataverzameling bijgedragen aan meer dan 350 artikelen inclusief modellen waarmee het risico op hart- en vaatziekten voorspeld kan worden. Door de doorlopende inclusie van patiënten vormt het cohort een goede weerspiegeling van de dagelijkse klinische praktijk.
Maria C. Castelijns, Marga A. G. Helmink, Steven H. J. Hageman, Folkert W. Asselbergs, Gert J. de Borst, Michiel L. Bots, Maarten J Cramer, Jannick A. N. Dorresteijn, Marielle H. Emmelot-Vonk, Mirjam I. Geerlings, Pim A. de Jong, Niels P. van der Kaaij, L. Jaap Kappelle, A. Titia Lely, Manon G. van der Meer, Barend M. Mol, Hendrik M. Nathoe, N. Charlotte Onland-Moret, Rutger B. van Petersen, Ynte M. Ruigrok, Maarten van Smeden, Martin Teraa, Angela Vandersteen, Marianne C. Verhaar, Jan Westerink, Frank L. J. Visseren.
Lees het volledige artikel > - Tailleomtrek en stofwisselingsproblemenvetweefsel dysfunctie: het verband met de ontwikkeling van kanker.
We onderzochten bij mensen met en zonder type 2 diabetes de relatie tussen de hoeveelheid vetweefsel en vetweefseldysfunctie enerzijds en het risico op kanker anderzijds. Bij personen zonder type 2 diabetes waren zowel een grotere hoeveelheid vetweefsel (gemeten middels de middelomtrek) als de aanwezigheid van vetweefseldysfunctie (beoordeeld middels een aangepaste definitie van het metabool syndroom) geassocieerd met een hoger risico op verschillende soorten kanker. In mensen met type 2 diabetes werd geen statistisch significante verband gevonden. Mogelijk wordt dit verklaard doordat hun metabolisme reeds zodanig verstoord is, dat de mate van ontregeling geen verschil meer maakt in het risico op kanker. Een andere mogelijke verklaring is dat de onderzochte groep met type 2 diabetes relatief klein was. De bevindingen van dit onderzoek onderstrepen het belang van obesitaspreventie, aangezien zelfs bij mensen zonder type 2 diabetes een hogere middelomtrek is geassocieerd met een hoger risico op kanker.
Marga A.G. Helmink, Jan Westerink, Steven H.J. Hageman, Miriam Koopman, Manon G. van der Meer, Martin Teraa, Ynte M. Ruigrok, Frank L.J. Visseren.
Lees het volledige artikel >
Publicaties 2022
- Beweging is belangrijk, maar zijn alle soorten beweging even goed voor je?
Voor dit project hebben we gekeken naar de relatie tussen het risico op hart- en vaatziekten aan de ene kant en bewegen in de vrije tijd en bewegen op het werk aan de andere kant bij mensen die al hart- en vaatziekten hebben. Bewegen in de vrije tijd is heel goed. Het zorgt voor een 30-40% relatieve risico verlaging op nieuwe hart- en vaatziekten, op sterfte en op het ontwikkelen van suikerziekte. Bewegen op het werk geeft minder voordeel. We vonden dat mensen die fysiek zwaar werk doen geen lager risico hadden op deze ziektes. Bewegen is belangrijk om je gezondheid te verbeteren. Hierbij is beweging op het werk niet voldoende. Iedereen moet proberen in de vrije tijd te bewegen, zelfs als ze op het werk al in beweging zijn.
Nadia E Bonekamp, Frank L J Visseren, Ynte Ruigrok, Maarten J M Cramer, Gert Jan de Borst, Anne M May, Charlotte Koopal.
Lees het volledige artikel > - Het SMART-2 risicomodel voor het voorspellen van het 10-jaars risico op hart- en vaatziekten, bij mensen die eerder vaatziekte hebben gehad.
Momenteel kan het risico op vaatziekten bij mensen met eerdere vaatziekten geschat worden met de SMART risk score. In dit artikel hebben we deze risicoscore vernieuwd, waarbij diverse methodologische verbeteringen worden doorgevoerd en meer data wordt gebruikt om nog preciezere schattingen te maken. Een van de verbeteringen is het goed meenemen van geografische verschillen binnen Europa. Voor de vernieuwde SMART2 risicoscore wordt gebruik gemaakt van 8355 patiënten met eerdere vaatziekten die geïncludeerd zijn vanuit het UMC Utrecht, deze mensen zijn lange tijd gevolgd. Deze lange termijn data is gebruikt voor de update, en de score is daarna verder gevalideerd in 369,044 mensen uit diverse regio’s binnen Europa en daarbuiten.
Steven H J Hageman, Ailsa J McKay, Peter Ueda, Laura H Gunn, Tomas Jernberg, Emil Hagström, Deepak L Bhatt, Ph. Gabriel Steg, Kristi Läll, Reedik Mägi, Mari Nordbø Gynnild, Hanne Ellekjær, Ingvild Saltvedt, José Tuñón, Ignacio Mahíllo, Álvaro Aceña, Karol Kaminski, Malgorzata Chlabicz, Emilia Sawicka, Taavi Tillman, John W McEvoy, Emanuele Di Angelantonio, Ian Graham, Dirk De Bacquer, Kausik K Ray, Jannick A N Dorresteijn, Frank L J Visseren
Lees het volledige artikel > - Lifetime risico voorspellen is een effectieve en kosteneffectieve manier om te beslissen welke mensen we het meest intensief moeten behandelen.
Voor mensen met vaatziekten kan ook een voorspelling van het cardiovasculair risico worden gedaan met een levenslang perspectief, dit kan met het eerder gepubliceerde SMART-REACH model. In dit artikel is gekeken of behandelbeslissingen genomen op basis van deze voorspellingen effectief en kosteneffectief zijn. Middels een simulatie worden dergelijke behandelbeslissingen vergeleken met het volgen van huidige richtlijnen. Uit de resultaten blijkt dat het gebruiken van de toename in vaatziekte-vrije overleving een effectieve maat is om te gebruiken voor behandelbeslissingen, dit kan leiden tot meer vaatziekte-vrije levensjaren en het voorkomen van cardiovasculaire events.
Steven H J Hageman, Jannick A N Dorresteijn, Michiel L Bots, Folkert W Asselbergs, Jan Westerink, Miriam P van der Meulen, Arend Mosterd, Frank L J Visseren, the UCC-SMART Study Group , F W Asselbergs, H M Nathoe, G J de Borst, M L Bots, M I Geerlings, M H Emmelot, P A de Jong, T Leiner, A T Lely, N P van der Kaaij, L J Kappelle, Y M Ruigrok, M C Verhaar, F L J Visseren, J Westerink.
Lees het volledige artikel > - Veranderingen in leefstijl en nierfunctie: Een 10-jarige follow-up studie bij patiënten met hart- en vaatziekten.
Patiënten met hart- en vaatziekten lopen een hoger risico op achteruitgang van de nierfunctie. Bij patiënten met hart- en vaatziekte waren doorgaan met roken, recent stoppen met roken en een toename van obesitas markers gerelateerd aan een sterkere achteruitgang van de nierfunctie. De resultaten ondersteunen het belang van het stimuleren van gewichtsverlies en stoppen met roken bij risicopatiënten als middel om de achteruitgang van de nierfunctie te vertragen.
Helena Bleken Østergaard, Imre Demirhan, Jan Westerink, Marianne C Verhaar, Folkert W Asselbergs, Gert J de Borst, L Jaap Kappelle, Frank LJ Visseren, Joep van der Leeuw, on behalf of the UCC-SMART studygroup.
Lees het volledige artikel > - Microinfarcten in de hersenen op 7 tesla MRI
Microinfarcten zijn zeer kleine infarctjes die middels een MRI scan met een sterke magneet (7 tesla MRI) opgespoord kunnen worden. In dit artikel werd gezocht naar microinfarcten in diepe gebieden van de hersenen op de 7 tesla MRI. Microinfarcten werden gedetecteerd bij ongeveer 13% van de proefpersonen en deze afwijkingen werden vaker gezien bij proefpersonen die slechter scoorden op cognitieve onderzoeken.
Rashid Ghaznawi, Maarten H.T. Zwartbol, Jeroen de Bresser, Hugo J. Kuijf, Koen L. Vincken, Ina Rissanen, Mirjam I. Geerlings, Jeroen Hendrikse.
Lees het volledige artikel > - Milde aderverkalking van de halsslagader en hersenkrimp
Ernstige aderverkalking van de halsslagader kan een risicofactor zijn voor meer hersenkrimp. Of dit ook het geval is voor milde aderverkalking is vooralsnog niet bekend. In deze studie werd geconstateerd dat milde aderverkalking in de halsslagader een risicofactor vormt voor meer hersenkrimp over de tijd (gemeten met een MRI scan van de hersenen).
Rashid Ghaznawi, Jet M.J. Vonk, Maarten H.T. Zwartbol, Jeroen de Bresser, Ina Rissanen, Jeroen Hendrikse, Mirjam I. Geerlings.
Lees het volledige artikel > - Aderverkalking van de halsslagader en hersenkrimp
In deze studie werd onderzocht of verschillende gradaties van vaatverkalking van de halsslagader tot meer hersenkrimp leiden van de hemisfeer aan dezelfde zijde van de vaatverkalking. Er werd geconstateerd dat alleen een ernstige vaatverkalking een risicofactor vormt voor meer krimp van de hersenhemisfeer aan de kant van de vaatverkalking.
Rashid Ghaznawi, Ina Rissanen, Jeroen de Bresser, Hugo J. Kuijf, Nicolaas P.A. Zuithoff, Jeroen Hendrikse, Mirjam I. Geerlings.
Lees het volledige artikel > - De associatie tussen de hoeveelheid visceraal vet en gestoorde werking van vetweefsel in de buik op het optreden van ernstige bloedingen in patiënten met hart- en vaatziekten.
Vet dat in de buik tussen de organen ligt, verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Patiënten met veel van dit vet zijn daarom geholpen bij een goede behandeling om nieuwe hart- en vaatziekten te voorkomen, bijvoorbeeld met bloedverdunners. Het risico van bloedverdunners is het ontstaan van bloedingen. Dit onderzoek heeft gekeken of er ook een relatie is tussen buikvet en het optreden van ernstige bloedingen. Er werd gekeken naar zowel de hoeveelheid als de gestoorde werking van vet, omdat vet ook invloed heeft op zaken als de bloeddruk, suikerwaarden, vetwaarden en ontstekingswaarden in het bloed.
In totaal werden 6927 patiënten met hart- en vaatziekten ongeveer 9 jaar gevolgd en 237 patiënten (3%) kregen een ernstige bloeding. Er werd geen relatie gezien tussen vet in de buik (hoeveelheid en gestoorde werking) en het ontstaan van ernstige bloedingen.
Deze kennis is belangrijk wanneer patiënten samen met hun dokter beslissen over bloedverdunners.
Maria C Castelijns, Steven H J Hageman, Ynte M Ruigrok, Manon G van der Meer, Martin Teraa, Jan Westerink, Frank L J Visseren
Lees het volledige artikel > - Screenen op verwijding van de grote buikslagader (AAA) bij patiënten met hart- en vaatziekten
Het doel van deze studie was om te onderzoeken hoe de prevalentie van door screening gevonden verwijding van de grote buikslagader (AAA = aneurysma van de abdominale aorta) bij patiënten die eerder zijn gediagnosticeerd met een hart- en vaatziekte is veranderd over de tijd. Hiervoor hebben we gegevens gebruikt die zijn verzameld in de UCC-SMART studie. We hebben gevonden dat bij mannen vaker een AAA wordt gevonden dan bij vrouwen. We zien dat sinds 1997 de prevalentie bij mannen boven de 60 jaar is gedaald, maar hoger is dan wanneer je mannen zonder hart- en vaatziekte zou screenen. Dit betekent dat screening op AAA bij patiënten met een hart- en vaatziekte mogelijk kosteneffectief kan zijn.
de Boer AR, Vaartjes I, van Dis I, van Herwaarden JA, Nathoe HM, Ruigrok YM, Bots ML, Visseren FLJ; UCC-SMART study group.
Lees het volledige artikel > - Patiënten met een gefuseerde wervelkolom hebben een groter risico op het krijgen van een beroerte
Diffuse idiopathische skeletale hyperostose (DISH) is een veel voorkomende aandoening van de wervelkolom die wordt gekenmerkt door de vorming van nieuw bot en de fusie van wervels. Patiënten met DISH hebben veel last van hart- en vaatziekten, een hoge bloeddruk, hoge BMI en de aanwezigheid van diabetes. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat patiënten met DISH meer verkalkingen in de hersenen hebben en meer hartinfarcten doormaken. Met dit onderzoek wilden wij kijken wat het verband was tussen het hebben van DISH en het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Wij vonden dat patiënten met DISH een verhoogd risico hadden voor het ontwikkelen van beroertes waarbij bloedstolsels in de hersenen zorgen voor de afsluiting van de zuurstof- en bloedtoevoer naar de hersenen. Er werd geen verband gevonden tussen DISH en hartinfarcten, of andere doodsoorzaken. Wij leveren verder bewijs voor DISH als marker voor hart- en vaatziekten en benadrukken het belang van preventie.
Netanja I. Harlianto, Nadine Oosterhof, Wouter Foppen, Marjolein E. Hol, Rianne Wittenberg, Pieternella H. van der Veen, Bram van Ginneken, Firdaus A.A. Mohamed Hoesein, Jorrit-Jan Verlaan, Pim A. de Jong, Jan Westerink, UCC-SMART-Study Group.
Lees het volledige artikel > - Patiënten met een gefuseerde wervelkolom hebben meer vaatverkalking in de grote slagaders
Diffuse idiopathische skeletale hyperostose (DISH) is een veel voorkomende aandoening van de wervelkolom die wordt gekenmerkt door de vorming van nieuw bot en de fusie van wervels. Patiënten met DISH hebben veel last van hart- en vaatziekten, een hoge bloeddruk, hoge BMI en de aanwezigheid van diabetes. Onlangs bleek uit een grote studie dat patiënten met DISH een verhoogd risico hebben op beroertes, als gevolg van afgesloten herenvaten. Deze beroertes ontstaan meestal wanneer zich bloedstolsels vormen als gevolg van verstopte slagaders. De bloedstolsels verhinderen dan de toevoer van zuurstof en bloed naar de hersenen. Wij onderzochten de ernst van de vaatverkalking in de aorta, de grote slagader. Vasculaire calcificaties zijn minerale afzettingen in bloedvaten die het risico op een beroerte verhogen. Wij vonden dat DISH geassocieerd is met ernstigere vaatverkalking in de aorta, wat de relatie met beroertes kan verklaren.
Netanja I. Harlianto, Jan Westerink, Marjolein E. Hol, Rianne Wittenberg, Wouter Foppen, Pieternella H. van der Veen, Bram van Ginneken, Jorrit-Jan Verlaan, Pim A. de Jong, Firdaus A.A. Mohamed Hoesein, UCC-SMART-Study Group.
Lees het volledige artikel > - Verschillende vormen van stress hebben specifieke effecten op het brein
Het hersengebied dat een belangrijke rol speelt bij geheugenvorming is de hippocampus. Bepaalde regio's in de hippocampus kunnen bijzonder kwetsbaar zijn voor stress. We wilden kijken of verschillende vormen van stress een ander effect zouden hebben op deze regio’s. Daarvoor hebben we gekeken naar de volgende psychosociale factoren: depressieve symptomen, angstsymptomen, kindermishandeling, sociale steun en recente stressvolle gebeurtenissen. We gebruikten gegevens van de ‘Memory Depression and Aging (Medea)-7T’ studie, waarbij de hippocampus heel gedetailleerd was gemeten in een 7 Tesla MRI scanner.
We vonden geen verband tussen het volume van de hippocampus en depressieve of angstsymptomen. We vonden wel dat kindermishandeling samenhing met lagere volumes van alle regio’s, terwijl de ervaring van recente stressvolle gebeurtenissen samenhing met hogere volumes. Lage sociale steun had een specifiek verband met lagere volumes in de 'CA3'-regio. De CA3 regio is bijzonder kwetsbaar voor stress. Deze resultaten suggereren dat verschillende vormen van stress andere relaties hebben met het volume van de hippocampusregio’s.
Emma L Twait, Kim Blom, Huiberdina L Koek, Maarten H T Zwartbol, Rashid Ghaznawi, Jeroen Hendrikse, Lotte Gerritsen, Mirjam I Geerlings; UCC SMART Study Group.
Lees het volledige artikel > - Beweging is belangrijk, maar zijn alle soorten beweging even goed voor je?
Voor dit project hebben we gekeken naar de relatie tussen het risico op hart- en vaatziekten aan de ene kant en bewegen in de vrije tijd en bewegen op het werk aan de andere kant bij mensen die al hart- en vaatziekten hebben.
Bewegen in de vrije tijd is heel goed. Het zorgt voor een 30-40% relatieve risico verlaging op nieuwe hart- en vaatziekten, op sterfte en op het ontwikkelen van suikerziekte. Bewegen op het werk geeft minder voordeel. We vonden dat mensen die fysiek zwaar werk doen geen lager risico hadden op deze ziektes.
Bewegen is belangrijk om je gezondheid te verbeteren. Hierbij is beweging op het werk niet voldoende. Iedereen moet proberen in de vrije tijd te bewegen, zelfs als ze op het werk al in beweging zijn.
Nadia E Bonekamp, Frank L J Visseren, Ynte Ruigrok, Maarten J M Cramer, Gert Jan de Borst, Anne M May, Charlotte Koopal.
Lees het volledige artikel > - Het belang van ‘concurrerende’ risico’s bij het voorspellen van hart- en vaatziekten
Deze studie onderzocht het effect van het rekening houden met 'concurrerende risico's' (zoals andere ziektes of ongelukken) bij het voorspellen van hart- en vaatziekten (CVD) bij hoogrisicogroepen. Bij 8.355 patiënten uit het UCC-SMART cohort werd het 10-jaars CVD-risico geschat met twee modellen: één model hield rekening met concurrerende risico's (Fine en Gray), het andere (Cox) niet. Het Cox-model gaf hogere risicovoorspellingen en neigde naar overschatting, vooral bij oudere mensen of degenen met het hoogste risico. Als deze voorspellingen werden gebruikt om te beslissen over behandeling, zouden meer mensen behandeld worden volgens het Cox-model. De studie concludeert dat het overwegen van concurrerende risico's belangrijk is voor nauwkeurige voorspellingen, vooral bij hoogrisicogroepen.
Steven H J Hageman, Jannick A N Dorresteijn, Lisa Pennells, Maarten van Smeden, Michiel L Bots, Emanuele Di Angelantonio, Frank L J Visseren.
Lees het volledige artikel >
Publicaties 2021
- Hoe ontstaat vaatverkalking in het achterste deel van het brein?
Verkalking in de bloedvaten die de hersenen van bloed voorzien kan gevolgen hebben voor de gezondheid. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot een hersenbloeding of herseninfarct. Omdat hier nog heel weinig over bekend is hebben we gekeken naar welke mensen (bv. oudere mensen of vooral mannen?) het meeste vaatverkalking hebben in de bloedvaten die het achterste deel van de hersenen van bloed voorzien. Dit is belangrijk, omdat bijvoorbeeld een bloeding in dit gedeelte van de hersenen ernstige gevolgen kan hebben.
We hebben in 471 patiënten van de UCC-SMART studie vaatverkalking gemeten met een CT-scan. We zagen dat met name oudere patiënten, patiënten met suikerziekte, en patiënten met overgewicht veel vaatverkalking hadden. Deze resultaten geven meer inzicht in waarom en bij wie vaatverkalking in het achterste deel van het brein ontstaat. We hopen dat deze gegevens in de toekomst kunnen bijdragen aan het voorkomen van vaatverkalking, bijvoorbeeld door overgewicht te voorkomen, zodat ernstige hersenbloedingen minder vaak voorkomen.
Tim C. van den Beukel, Carlo Lucci, Jeroen Hendrikse, Wilko Spiering, Huiberdina L. Koek, Mirjam I. Geerlings, Pim A. de Jong.
Lees het volledige artikel > - Insulineresistentie is een risicofactor voor hart- en vaatziekten in mensen met diabetes type 1
Mensen met diabetes type 1 (DM1) hebben een verhoogd risico op hart- en vaatziekten (HVZ). Zelfs als hun bloedsuiker, cholesterolwaarden en bloeddruk worden behandeld, hebben deze mensen een verhoogd risico op HVZ. Insulineresistentie, vooral bekend van diabetes type 2, lijkt een rol te spelen. Bij insulineresistentie worden de lichaamscellen minder gevoelig voor insuline (een hormoon dat zorgt dat suikers uit de voeding opgenomen worden uit het bloed). Mensen met overgewicht hebben een verhoogde kans op insulineresistentie. De laatste jaren hebben steeds meer mensen overgewicht, ook mensen met DM1. Hoewel DM1 eigenlijk gekenmerkt wordt doordat er helemaal geen insuline meer geproduceerd wordt, zien we dat ook deze mensen steeds vaker ongevoelig zijn voor de insuline die ze spuiten. In UCC-SMART hebben we gekeken naar de relatie tussen insulineresistentie en de kans op HVZ in mensen met DM1. We zien dat mensen die meer insulineresistent zijn, inderdaad een hoger risico hebben op HVZ.
Marga Helmink, Marieke de Vries, Frank Visseren, Wendela de Ranitz, Harold de Valk en Jan Westerink.
Lees het volledige artikel > - Eindstadium nierfalen bij patiënten met vaatziekten; het voorkomen en risicofactoren: resultaten van de UCC-SMART cohortstudie.
Patiënten met hart- en vaatziekten lopen een verhoogd risico op eindstadium nierfalen. Inzicht in hoe vaak nierfalen voorkomt en de rol van beïnvloedbare risicofactoren kan mogelijkheden bieden voor preventie bij patiënten met hart- en vaatziekten. De conclusie van deze studie is dat hoe vaak eindstadium nierfalen voorkomt bij patiënten met hart- en vaatziekten varieert afhankelijk van de locatie van de vaatziekte. Bij patiënten met hart- en vaatziekten werden verschillende beïnvloedbare risicofactoren voor eindstadium nierfalen gevonden (roken, verhoogd bloeddruk, lagere nierfunctie en type 2 diabetes). Deze bevindingen benadrukken het belang van risicofactorbehandeling bij patiënten met hart- en vaatziekten.
Helena Bleken Østergaard, Jan Westerink, Marianne C Verhaar, Michiel L Bots, Folkert W Asselbergs, Gert J de Borst, L Jaap Kappelle, Frank LJ Visseren, Joep van der Leeuw, on behalf of the UCC-SMART studygroup.
Lees het volledige artikel > - Wittestofafwijkingen op MRI en het risico op sterfte
Wittestofafwijkingen worden vaak gezien op MRI beeldvorming van de hersenen en kunnen een uiting zijn van afwijkingen van de haarvaten. In deze studie werd de relatie tussen wittestofafwijkingen en het risico op sterfte onderzocht. Meerdere kenmerken van wittstofafwijkingen op MRI zoals vorm en volume bleken het risico op sterfte te voorspellen.
Rashid Ghaznawi, Mirjam I. Geerlings, Myriam G. Jaarsma-Coes, JeroenHendrikse, Jeroen de Bresser
Lees het volledige artikel > - Bloedtoevoer naar de hersenen en hersenkrimp
In deze studie werd onderzocht of een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen (gemeten op een MRI scan van de hersenen) een risicofactor vormt voor meer hersenkrimp. Hersenkrimp is een risico voor het ontstaan van dementie en klachten met het geheugen. Er werd geconstateerd dat een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen gerelateerd is aan meer hersenkrimp over de tijd.
Rashid Ghaznawi, Maarten H.T. Zwartbol, Nicolaas P.A. Zuithoff, Jeroen de Bresser, Jeroen Hendrikse, Mirjam I. Geerlings.
Lees het volledige artikel > - De associatie tussen ischemische beeldvormingsfenotype met progressie van verlies in hersenweefsel en cerebrovasculaire schade op MRI: de SMART-MR-studie
In de SMART-MR-studie werd de status van een beroerte geclassificeerd op basis van de aanwezigheid van klinische en MRI-bevindingen. Veranderingen in hersenvolume en de hyperintensiteit van de witte stof van 12 jaar follow-up werden bestudeerd in vier groepen: geen beroerte, symptomatische beroerte, vasculaire schade zonder symptomen en beeldvorming-negatieve ischemie. Deze studie toont aan dat er verschil is in progressie en locatie tussen afname in hersenvolume en cerebrovasculaire schade, afhankelijk van de klinische en radiologische vertoning van de beroerte. Deze bevinding benadrukt dat cerebrovasculaire aandoeningen niet als één geheel kunnen worden gezien. Verschillende uitingen zouden als aparte groep moeten worden beschouwd in onderzoek en in de klinische praktijk.
Ina Rissanen, Carlo Lucci, Rashid Ghaznawi, Jeroen Hendrikse, L. Jaap Kappelle, Mirjam I. Geerlings.
Lees het volledige artikel > - Patiënten met de ziekte van Forestier hebben meer obesitas, overgewicht en buikvet
De ziekte van Forestier, ook wel DISH genoemd; Diffuse idiopathische skeletale hyperostose (DISH) is een veel voorkomende aandoening van de wervelkolom die wordt gekenmerkt door de vorming van nieuw bot en de fusie van wervels. Patiënten met DISH hebben veel last van hart- en vaatziekten, een hoge bloeddruk, hoge BMI en de aanwezigheid van diabetes. De oorzaak van een gefuseerde wervelkolom is nog onbekend. Wij onderzochten verschillende markers van overgewicht in deze patiënten populatie, in zowel mannen als vrouwen, omdat een sterke associatie met buikvet de rol van ontsteking in het ontstaan van DISH ondersteunt. Wij vonden dat patiënten met DISH meer buikvet hadden, wat mogelijk kan verklaren waarom deze patiënten DISH ontwikkelen.
Netanja I. Harlianto, Jan Westerink, Wouter Foppen, Marjolein E. Hol, Rianne Wittenberg, Pieternella H. van der Veen, Bram van Ginneken, Jonneke S. Kuperus, Jorrit-Jan Verlaan, Pim A. de Jong, Firdaus A.A. Mohamed Hoesein, UCC-SMART-Study Group.
Lees het volledige artikel >
Publicaties 2020
- Toepasbaarheid van grote studies over bloeddrukverlagende medicijnen bij Nederlandse patiënten met hart- en vaatziekten
Er wordt vaak gezegd dat studies naar de effectiviteit van medicijnen worden uitgevoerd in geselecteerde patiëntengroepen. Hierdoor zouden ze mogelijk niet van toepassing zijn op “echte” patiënten. In dit onderzoek probeerden we te kijken in hoeverre de resultaten van vijf grote studies over bloeddrukverlagende medicijnen toepasbaar zijn op patiënten met hart- en vaatziekten uit het SMART cohort. De meerderheid van de SMART deelnemers, zou mee kunnen doen aan de vijf grote studies. Tot wel 84% van de deelnemers voldeed aan de selectiecriteria. Voor twee studies, bij mensen met vaatlijden van de kransslagaders, bleek dat de mensen die níet aan de selectiecriteria voldeden, een hogere kans hadden om opnieuw hart- en vaatziekten te krijgen. Voor de drie andere studies werd er geen verschil gevonden in die kans. Uit dit onderzoek blijkt dat de resultaten van studies over bloeddrukverlagende medicijnen goed vertaald kunnen worden naar een groep van Nederlandse patiënten uit de dagelijkse klinische praktijk.
Nadia E Bonekamp, Wilko Spiering, Hendrik M Nathoe, L Jaap Kappelle, Gert J de Borst, Frank L J Visseren, Jan Westerink, on behalf of the UCC-SMART study group.
Lees het volledige artikel > - De invloed van klassieke risicofactoren op amputaties en been-operaties
Amputaties en ander vaatingrepen aan het been kunnen leiden tot grote afhankelijkheid en ziektelast. Deze problemen zijn met name bekend bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden (“etalagebenen”), maar kunnen ook optreden bij mensen met vaatziekten op andere locaties. Middels data van 8139 patiënten uit het UCC-SMART cohort werd onderzocht hoe vaak deze ingrepen precies voorkomen bij patiënten met verschillende typen vaatziekten en wat het effect van cholesterol, bloeddruk en roken hierop is. Cholesterol lijkt een minder grote rol te spelen bij het ontstaan van amputaties en vaatingrepen. Een hogere bloeddruk geeft een duidelijk hoger risico hierop. Het grootste effect is echter van roken – mensen die vroeger hebben gerookt, hebben een drie keer zo hoog risico als personen die nooit hebben gerookt. Mensen die nog steeds roken hebben zelfs een zever keer zo grote kans op amputaties en vaatingrepen. Dit onderzoek toont aan dat het ook voor amputaties en vaatingrepen aan de benen zeer belangrijk is om niet te roken en een verhoogde bloeddruk te behandelen.
Steven H J Hageman 1, Gert Jan de Borst 2, Johannes A N Dorresteijn 1, Michiel L Bots 3, Jan Westerink 1, Folkert W Asselbergs 4 5 6, Frank L J Visseren 7, UCC-SMART Study Group.
Lees het volledige artikel > - Gebruik van nierschade markers maakt voorspellen van hart- en vaatrisico beter.
Chronische nierschade is een veel voorkomende aandoening in Nederland. Een verminderde nierfunctie of eiwitverlies in de urine leidt ook tot een verhoogd het risico op hart- en vaatziekten (HVZ). De huidige voorspelmodellen voor HVZ maken nog geen gebruik van deze markers van nierschade.
In dit grote internationale onderzoek met bijna 9 miljoen deelnemers (waaronder de deelnemers uit de UCC-SMART studie) laten we zien dat het toevoegen van nierschade markers aan HVZ scores ervoor zorgt dat je veel betere risicoschattingen kunt maken.
Bij personen met een verminderde nierfunctie of veel eiwitverlies in de urine blijkt het risico op overlijden door HVZ tussen de 37 en 164% hoger dan wanneer je de oude scores gebruikt.
De conclusie van deze studie is dat het meten en gebruiken van nierfunctie en eiwit in de urine de risicoschatting van HVZ en daarmee gerichte behandeling kan verbeteren.
Matsushita K, Jassal SK, Sang Y, Ballew SH, Grams ME, Surapaneni A, Arnlov J, Bansal N, Bozic M, Brenner H, Brunskill NJ, Chang AR, Chinnadurai R, Cirillo M, Correa A, Ebert N, Eckardt KU, Gansevoort RT, Gutierrez O, Hadaegh F, He J, Hwang SJ, Jafar TH, Kayama T, Kovesdy CP, Landman GW, Levey AS, Lloyd-Jones DM, Major RW, Miura K, Muntner P, Nadkarni GN, Naimark DM, Nowak C, Ohkubo T, Pena MJ, Polkinghorne KR, Sabanayagam C, Sairenchi T, Schneider MP, Shalev V, Shlipak M, Solbu MD, Stempniewicz N, Tollitt J, Valdivielso JM, van der Leeuw J, Wang AY, Wen CP, Woodward M, Yamagishi K, Yatsuya H, Zhang L, Schaeffner E, Coresh J.
Lees het volledige artikel > - Moeilijk behandelbare hoge bloedruk als risicofactor voor het ontstaan van suikerziekte
Dit kan komen doordat factoren die zorgen voor een moeilijk te behandelen hoge bloeddruk, bijvoorbeeld overgewicht, ook een rol spelen bij het ontstaan van andere aandoeningen die een hoger risico geven op hart- en vaatziekten zoals bijvoorbeeld suikerziekte. Deze studie heeft gekeken naar het risico op het ontstaan van suikerziekte voor mensen met hoge bloeddruk vergeleken met mensen zonder hoge bloeddruk. Daarbij werd gevonden dat patiënten met hoge bloeddruk een ongeveer 1.5 keer hoger risico hebben op suikerziekte en dat het niet uit maakt hoe goed de bloeddruk behandeld is en hoeveel medicijnen daarvoor nodig zijn.
Joris Holtrop, Wilko Spiering, Hendrik M Nathoe, Gert J De Borst, Laurens J Kappelle, Harold W De Valk, Frank L J Visseren, Jan Westerink.
Lees het volledige artikel >
Publicaties 2017 -2018
- Kleine infarctjes in de nucleus caudatus op MRI beeldvorming
Kleine infarctjes kunnen alleen met behulp van een MRI met een sterke magneet opgespoord worden. In deze studie werd gezocht naar kleine infarctjes in de nucleus caudatus, een onderdeel van de hersenen, door gebruik te maken van een 7 tesla MRI (een MRI scanner met een zeer sterke magneet). Er werd geconstateerd dat de 7 tesla MRI op een betrouwbare wijze meer kleine infarctjes kan detecteren dan de meer gangbare 1.5 tesla MRI.
Rashid Ghaznawi, Jeroen de Bresser, Yolanda van der Graaf, Maarten HT Zwartbol, Theo D Witkamp, Mirjam I. Geerlings, Jeroen Hendrikse
Lees het volledige artikel > - Lacunes en wittestofafwijkingen
Lacunes en wittestofafwijkingen zijn beide uitingen van hersenschade op MRI als gevolg van afwijkingen van de kleinste bloedvaten in de hersenen. In dit artikel werd de relatie tussen lacunes en wittestofafwijkingen onderzocht. Er werd geconstateerd dat lacunes samenhangen met meerdere kenmerken van wittestofafwijkingen zoals type, volume en vorm.
Rashid Ghaznawi, Mirjam I. Geerlings, Myriam G. Jaarsma-Coes, Maarten H.T. Zwartbol, Hugo J. Kuijf, Yolanda van der Graaf, Theo D. Witkamp, Jeroen Hendrikse, Jeroen de Bresser
Lees het volledige artikel >
Feiten en cijfers UCC SMART uitklapper, klik om te openen
Evenementen uitklapper, klik om te openen
25 jaar SMART patiëntendag
In 2021 bestond het UCC-SMART-onderzoek 25 jaar, in 2022 telde het programma meer dan 15.000 deelnemers. Door deze mensen met (risico op) hart- en vaatziekten bij te praten over wat er met hun onderzoeksdata gebeurt, willen de onderzoekers laten zien hoe patiënten met deelname aan het programma ook echt bijdragen aan de verbetering van de zorg van huidige en toekomstige generaties. De speciale UCC-SMART-patiëntendag in het UMC Utrecht was dan ook druk bezocht.
Lees het artikel over deze patiëntendag >