Informatie over berichtgeving spermadonoren
Sinds 1 april 2025 is de registratie van spermadonoren in Nederland veranderd. Er is een centrale registratie via het College donorgegevens kunstmatige bevruchting (Cdkb) en een duidelijke wettelijke norm: een donor mag maximaal 12 gezinnen helpen zwanger te worden. Uit de landelijke registratie blijkt dat donoren in de meeste gevallen binnen de afgesproken grens zijn ingezet.
Helaas hebben er in het verleden ook overschrijdingen plaatsgevonden. Vandaag verscheen in de media een bericht over zogenoemde ‘massadonoren’: spermadonoren die vaker hebben gedoneerd dan wettelijk is toegestaan.
Ook bij het UMC Utrecht herkennen we dit beeld. Dat had niet mogen gebeuren. Dit is onder andere ontstaan doordat er tot voor kort geen landelijke registratie was en klinieken niet goed konden controleren of een donor ook elders actief was.
Wanneer u na 2004 zwanger bent geworden dankzij kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID) in het UMC Utrecht en informatie wil hebben over uw eigen donor, neem dan contact met ons op. U krijgt dan te horen of uw donor meer dan 25 nakomelingen heeft en hoeveel nakomelingen er zijn geregistreerd. Houdt u er wel rekening mee dat de aantallen gebaseerd zijn op de gegevens zoals die op dit moment bij het Cdkb geregistreerd zijn. Er kunnen nog behandelingen plaatsvinden met het sperma van een donor als het maximumaantal van 12 vrouwen per donor op dit moment nog niet is bereikt. Voor behandelingen van vóór 2004 geldt juist dat niet zeker is of alle behandelingen bij het Cdkb geregistreerd zijn omdat de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting toen nog niet bestond.
Mocht u als donor informatie willen hebben over uw donorschap en het aantal nakomelingen, neem dan contact met ons op. U krijgt te horen hoeveel nakomelingen er zijn geregistreerd in de kliniek. Houdt u er wel rekening mee dat de aantallen gebaseerd zijn op de gegevens zoals die op dit moment bij het Cdkb geregistreerd zijn. Er kunnen nog behandelingen plaatsvinden met het sperma van een donor als het maximumaantal van 12 vrouwen per donor op dit moment nog niet is bereikt. Voor behandelingen van vóór 2004 geldt juist dat niet zeker is of alle behandelingen bij het Cdkb geregistreerd zijn omdat de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting toen nog niet bestond.
Ondersteuning uitklapper, klik om te openen
Het nieuws over het aantal donor halfbroers en -zussen kan invloed hebben op uw kind, op u als ouder en op uw gezin. Een expert van Fiom kan helpen handvatten te geven om hiermee om te gaan, zie: https://fiom.nl/donorconceptie/teveel-kinderen-dezelfde-donor. Fiom is een expertisecentrum op het gebied van verwantschapsvragen. Zij geven informatie, bieden steun en zoeken samen met u naar een goede aanpak voor uw kind en uw gezin. Zie ook: https://fiom.nl/donorconceptie/massadonoren
Veelgestelde vragen uitklapper, klik om te openen
Wat is er precies gebeurd?
De NOS meldde dat sinds 2004 zeker 85 spermadonoren in Nederland meer kinderen hebben verwekt dan wettelijk is toegestaan. Dit komt doordat zij bij meerdere klinieken doneerden, zonder dat zij landelijk geregistreerd werden. Daarbij hebben verschillende donoren ook bij buitenlandse commerciële spermabanken gedoneerd, zoals Cryos. Hierdoor zijn zij buiten beeld gebleven van het toezicht.
Ook bij UMC Utrecht is dit helaas voorgekomen. Dat is niet zoals het hoort, en we vinden het belangrijk om daar open over te zijn.
Waarom gebeurt dit nu?
Sinds 1 april 2025 is de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb) aangepast om het aantal kinderen per spermadonor beter te reguleren en de rechten van donorkinderen te versterken. Daarin is onder andere bepaald dat er centrale registratie moet plaatsvinden: Alle donoren en behandelingen (ook uit het verleden) worden geregistreerd bij het College donorgegevens kunstmatige bevruchting (Cdkb). Hierdoor is nu beter te zien hoeveel kinderen er zijn voortgekomen uit een donor. Uit deze registratie blijk dat sommige donoren de norm van 25 nakomelingen hebben overschreden.
Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Er kunnen meerdere redenen zijn voor deze overschrijdingen:
- Soms had een donor al 25 kinderen, maar wilde een vrouw graag nog een tweede of derde kind van dezelfde donor. Klinieken maakten hier soms een uitzondering voor, om het gezin compleet te maken.
- Als het sperma werd gebruikt voor IVF of ICSI, konden er embryo’s zijn ingevroren. De vrouw mocht later zelf beslissen of ze die gebruikte, bijvoorbeeld voor een tweede of derde kind. Daarbij werd niet altijd gekeken of de donor het maximumaantal kinderen al bereikt had.
- Het aantal geregistreerde zwangerschappen is niet hetzelfde als het aantal geboren kinderen. Soms is een zwangerschap bijvoorbeeld geëindigd in een miskraam, maar bleef die registratie wel staan. Of er zijn uit één zwangerschap meer kinderen geboren (zoals een tweeling).
- Klinieken wisselden in het verleden soms donorsperma uit, bijvoorbeeld als een vrouw verhuisde of naar een andere kliniek ging voor een second opinion. Vaak werden daarbij de behandelgegevens niet gedeeld, vanwege privacyregels.
- Verder blijkt uit het nieuwe registratiesysteem dat sommige donoren in meerdere klinieken sperma hebben gedoneerd, zonder dat die klinieken dat van elkaar wisten. Op het moment dat dit bekend werd, zijn de klinieken gestopt met het gebruiken van dat donorsperma.
Hoe werkt het precies met de codes?
Elke donor krijgt een speciale donorcode. Aan deze code zijn 12 moedercodes gekoppeld.
Als een vrouw een behandeling met donorzaad start, reserveert de kliniek één moedercode.
Wordt zij zwanger? Dan kan die moedercode niet meer door iemand anders gebruikt worden.
Maar:
- Met diezelfde moedercode mag de moeder nog een kind krijgen van dezelfde donor (bijvoorbeeld voor een broertje of zusje).
- Een vrouwelijke partner van de moeder mag die moedercode ook gebruiken.
Als alle 12 moedercodes gebruikt zijn, mag de donor niet meer gebruikt worden in Nederland.
Let op:
Het Cdkb houdt alleen informatie bij over behandelingen in Nederlandse klinieken. Zij weten dus niet hoeveel kinderen een donor heeft gekregen via behandelingen in het buitenland of via privéafspraken.
Hoe voorkomen we dit in de toekomst?
We nemen dit uiterst serieus en zetten stevig in op verbetering:
- We gebruiken het landelijke registratiesysteem Cdkb en controleren elke donor vóór acceptatie.
- We hebben onze interne controles aangescherpt.
- We delen actief informatie met andere klinieken en instanties.
- Donoren worden transparant geïnformeerd over de regels, en tekenen hier ook actief voor.
- Indien twijfel bestaat over eerdere donaties, nemen we geen risico en wordt de donor afgewezen.
- We maken geen gebruik van buitenlandse spermabanken.
Wat moet ik doen als ik me zorgen maak?
We begrijpen heel goed dat dit nieuws onrust kan geven. Heeft u, na 2004, een behandeling gehad met donorzaad bij UMC Utrecht en heeft u hier vragen over? Neem dan gerust contact met ons op.
- We bekijken samen uw dossier.
- We geven waar mogelijk inzicht in de situatie.
- We bieden nazorg of verwijzen door naar gespecialiseerde instanties.
U staat er niet alleen voor. We staan u graag persoonlijk te woord.
Gaan jullie nog wel door met het werven van nieuwe donoren?
Ja, juist wel. Door nieuwe donoren aan te trekken binnen de kaders van de nieuwe wetgeving kunnen we:
- Wensouders in Nederland op een veilige en betrouwbare manier helpen.
- Donorkinderen beschermen tegen situaties waarbij hun biologische achtergrond onbekend of oncontroleerbaar is.
- Voorkomen dat mensen uitwijken naar het online circuit, waar geen toezicht is op het aantal donaties of de kwaliteit van het zaad.
Een tekort aan donoren in Nederland vergroot juist het risico op ongewenste situaties. Daarom blijven we donoren werven – maar uitsluitend onder strenge voorwaarden en met volledige transparantie.
Kan mijn kind gegevens over de donor opvragen?
Vanaf de leeftijd van 16 jaar kan uw kind een verzoek doen om persoonlijke gegevens van de donor te krijgen. Meer informatie over het indienen van een verzoek vindt u op de website van het Cdkb: www.donorgegevens.nl.
Overzicht gebeurtenissen uitklapper, klik om te openen
We snappen dat er veel termen en momenten in de geschiedenis van de wetgeving rondom spermadonatie in de berichtgeving staat. Om een duidelijker beeld te krijgen vindt u hier een overzicht:
1985 - De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) stelt regels op. Zo mogen donoren nog anoniem blijven en een donor mag maximaal 25 kinderen hebben.
2004 - De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting gaat van kracht. De anonimiteit verdwijnt. Kinderen van donors krijgen recht op informatie over hun donor. Vanaf 16 jaar mogen zij naam en adresgegevens opvragen.
2018 - De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) stelt samen met belangenorganisaties het "Landelijk standpunt spermadonatie" op. Hierin worden aangescherpte richtlijnen opgenomen over onder andere het aantal gezinnen dat een donor zou mogen helpen. Hierbij worden de belangen van het kind centraal gesteld.
2024 - Nieuwe wet in voorbereiding (nog niet ingevoerd). Het aantal donorkinderen wordt wettelijk beperkt (max. 12 gezinnen per donor en de landelijke registratie wordt voorbereid.
April 2025 - Wetwijziging Wet voor kunstmatige bevruchting van kracht. Elke donor krijgt een speciale donorcode. Aan deze code zijn 12 moedercodes gekoppeld. Als alle 12 moedercodes gebruikt zijn, mag de donor niet meer gebruikt worden in Nederland.
Lees meer uitklapper, klik om te openen
Op de website van het Cdkb is algemene informatie te vinden over de afwijking van de richtlijn van het aantal kinderen per donor.
Contact uitklapper, klik om te openen
Heeft u zorgen, vragen of wilt u graag overleggen? Neem dan contact met ons op.