Uw kind heeft een goede functie in de heupbuigers, de kniestrekkers en de voetheffers. Kinderen met deze hoogte van spina bifida hebben meestal minder kracht in de spieren die de heup strekken en naar buiten draaien. De spieren die de knie buigen en naar buiten draaien zijn ook minder sterk. De spieren die de voet naar beneden en naar buiten bewegen zijn vaak volledig verlamd.
Lopen met hulpmiddelen
Het los zitten en los lopen bereikt uw kind op een later tijdstip dan gezonde kinderen. Tijdens het kruipen is de buik volledig los van de grond. Veel kinderen kruipen en staan met de onderbenen sterk naar binnen gedraaid, doordat de onderbeen- en heupspieren uit balans zijn. Ook zal uw kind enigszins waggelend, met een holle rug en met de benen naar binnen gedraaid lopen. Met fysiotherapie kunnen we de verlamde spieren niet sterker maken. Deze ‘disbalans’ is dus niet te verhelpen met veel oefenen en kan leiden tot contracturen in gewrichten. Hiervoor zijn vaak steungevende hulpmiddelen zoals orthopedische schoenen, enkel-voetorthesen, krukken en dergelijke nodig (zie foto 4 en 5*). Vaak zijn ook operaties nodig.
De meeste kinderen kunnen met hulpmiddelen zelfstandig leren lopen, maar hebben een rolstoel nodig voor lange afstanden. Sommige kinderen kunnen alleen binnenshuis zelfstandig lopen.
Rond de leeftijd van 1 tot 1,5 jaar zal uw kind zichzelf op gaan trekken aan tafels en stoelen. In deze periode moeten de voeten goed gesteund worden, zodat ze op een goede manier belast worden. Hiervoor krijgen kinderen meestal enkel-voetorthesen of orthopedische schoenen
Soms is het te overwegen om te starten met lange beenbeugels (zie foto 3). Later kan het gebruik van lange beenbeugels meestal afgebouwd worden naar onderbeenvoetkokers, spalkjes rond de onderbenen of orthopedische schoenen. In het begin zal uw kind misschien een rollator nodig hebben. Later, ongeveer vanaf de leeftijd van 4 jaar, kunnen krukken gebruikt worden als uw kind goede arm- en handfunctie heeft.