NET alvleesklier: minder controles nodig?
Niet meer 10 tot 20 jaar op controle hoeven te komen nadat een neuro-endocriene tumor (NET) is verwijderd uit je alvleesklier. Dat voorkomt angst en zorgen, en je hoeft minder vaak naar het ziekenhuis om onder meer scans te laten maken. Onderzoekers van UMC Utrecht bekijken nu of genetische eigenschappen van de tumor kunnen helpen om beter te voorspellen of hij wel of niet terug zal keren. Daardoor zijn wellicht minder langdurige nacontroles noodzakelijk.
Neuro-endocriene tumoren ontstaan uit cellen die hormonen maken en kunnen overal in het lichaam voorkomen. Elk jaar krijgen zo’n 200 mensen een NET in de alvleesklier (pNET). Die kan goed- of kwaadaardig zijn. Meestal wordt de tumor operatief verwijderd en komt dan niet meer terug. Maar bij 20 tot 40 procent van de mensen met pNET gedraagt de tumor zich kwaadaardig, en komt hij wel terug. Omdat lastig te voorspellen is hoe de pNET zich zal gedragen, worden nu nog alle mensen na hun operatie langdurig jaarlijks gecontroleerd. Ook als zij een goedaardige neuro-endocriene tumor in hun alvleesklier hadden.
Onnodig vaak en lang
In theorie hebben mensen met een goedaardige pNET minder vaak en misschien wel minder langdurig controle nodig. Nu wordt echter nog geen rekening gehouden met het te verwachten gedrag van de tumor om de hoeveelheid controles te bepalen. Mensen met een goedaardige tumor worden momenteel onnodig vaak en lang gecontroleerd. Daardoor maken zij zich onnodig zorgen omdat ze bang zijn dat de pNET terugkeert. Zij moeten jaarlijks naar het ziekenhuis komen en scans laten maken, wat erg belastend is.
Genetisch testen
Uit eerder onderzoek blijkt dat bepaalde genetische aspecten van een tumor zijn gedrag kunnen voorspellen. Daarmee kan worden ingeschat hoe groot de kans is dat hij terugkeert en of hij kwaadaardig gaat zijn. De onderzoekers van UMC Utrecht gaan nu kijken of dit kan helpen om mensen met pNET minder lang te hoeven controleren.
Ze gaan bij zo’n 800 pNET-tumoren onderzoeken welke genetische kenmerken aanwezig zijn. Welke genetische eigenschappen helpen bij het herkennen van goedaardige pNETs? Hangen die kenmerken ook samen met het uitblijven van uitzaaiingen? Vervolgens maken ze een model om de kans op terugkeer van de tumor te voorspellen. Tegelijkertijd kijken ze of de kosten van genetische tests opwegen tegen de besparingen die worden gerealiseerd door minder scans en ziekenhuisbezoeken.
Totaalplaatje
Ook vragen de onderzoekers aan de patiënten zelf of zij minder controles zouden willen wanneer hun tumor goedaardig blijkt te zijn na een operatie. “Daarna bekijken we het totaalplaatje, inclusief kosten, nauwkeurigheid van de tests en patiëntvoorkeuren, om te beslissen of minder controles mogelijk en gewenst zijn”, vertelt hoofdonderzoeker Lodewijk Brosens, associate professor bij UMC Utrecht.
“Op basis van het moleculaire profiel van de tumoren en het hierop gebaseerde voorspelmodel kunnen mensen met een pNET straks geïnformeerd worden over de kans dat de tumor terugkeert en kan de mate van controles na de operatie hierop worden afgestemd. Als de resultaten van het totale plaatje positief zijn, kunnen we op termijn in de dagelijkse praktijk dus minder controles uitvoeren bij patiënten met een goedaardige pNET.”
Door dit onderzoek kan het nazorgtraject bij pNET meer worden ‘gepersonaliseerd’, dus op maat gemaakt voor de individuele patiënt. KWF Kankerbestrijding heeft Lodewijk en zijn team ruim 1,6 miljoen euro toegekend om het onderzoek uit te voeren. De looptijd is vijf jaar, en het onderzoek zal naar verwachting in de loop van 2025 starten.
Wanneer nieuwe standaard?
Na afloop van het onderzoek, kan het nieuwe, kortere nacontroletraject bij pNET-patiënten niet direct standaardprocedure worden. Eerst moet nog een vervolgstudie worden gedaan waarin de nieuwe nazorgprocedure wordt vergeleken met de huidige, langdurige variant.
Dat is nodig om zeker te weten dat de kortere follow-upprocedure veilig is en de kwaliteit van leven van de patiënten gewaarborgd blijft. “Hierna hopen we de controles van patiënten ook daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk aan te kunnen passen aan de hand van het moleculaire profiel”, aldus hoofdonderzoeker Lodewijk Brosens.
Meer informatie
- Algemene informatie NET
- Expertisecentrum voor Neuro-Endocriene Tumoren UMC Utrecht
- Precisie diagnostiek van alvleesklier tumoren - Associate professor lezing Lodewijk Brosens
- Endocrine oncology research group - Research at UMC Utrecht (Engelstalig)
- Pathology of gastrointestinal tract tumors - Research at UMC Utrecht (Engelstalig)
- Bekendmaking KWF Kankerbestrijding