Janneke van de Wijgert

Onderzoek vrouwelijke microbioom moet beter

Onderzoek vrouwelijke microbioom moet beter

Op 23 mei 2022 hield Janneke van de Wijgert, als hoogleraar epidemiologie van infectie- en immuun-gemedieerde ziekten verbonden aan UMC Utrecht, haar oratie. In deze lezing ging Janneke in op het vrouwelijke microbioom: de ‘gemeenschap’ van micro-organismen die zich in de vrouwelijke geslachtsdelen en urinewegen bevindt. Een opvallende uitspraak in de oratie van Janneke is dat de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek naar het microbioom nogal wisselend van kwaliteit is. Om dit onderzoek structureel verder te kunnen verbeteren zijn volgens haar multidisciplinaire samenwerking én een hogere kwaliteit van studies essentieel.

“Mijn wetenschappelijke loopbaan is nogal atypisch verlopen, maar vanaf het allereerste begin werd mijn aandacht getrokken door infectie en immuniteit. Zelfs nu – ruim 30 jaar later – ben ik nog steeds gefascineerd door die onderwerpen” – Janneke van de Wijgert

Een microbioom is een gemeenschap van micro-organismen die in een bepaalde omgeving samenleven (bijvoorbeeld in de darm of in de vagina). Als het microbioom in balans is zorgt dat er voor dat het milieu optimaal is. Echter, een verstoord microbioom kan bijdragen aan het optreden van ziektes en andere complicaties.

Melkzuurbacteriën

Gedurende een groot deel van haar carrière onderzocht Janneke van de Wijgert in samenwerking met diverse onderzoeksinstellingen bij vrouwen het cervicovaginale en het urinewegmicrobioom. Bij gezonde vrouwen bevatten beide omgevingen diverse lactobacilsoorten die melkzuur en antimicrobiële stofjes produceren. Vooral Lactobacillus crispatus produceert veel van die stofjes. Hierdoor hebben andere micro-organismen moeite om zich in deze organen te vestigen. Echter, bij een vorm van dysbiose die bacteriële vaginose heet bestaat het microbioom uit een diverse en zeer dichtbevolkte gemeenschap van allerlei soorten bacteriën die niet tegen zuurstof kunnen zoals Gardnerella en Prevotella soorten. Een ander soort dysbiose wordt veroorzaakt door bacteriën die met of zonder zuurstof kunnen leven zoals Streptokokken soorten en Escherichia coli. Deze laatste is vooral berucht om het kunnen veroorzaken van urineweginfecties, zoals blaasontsteking.

Complicaties

Dysbiose in de geslachtsdelen of urinewegen kan complicaties veroorzaken omdat mogelijk schadelijke bacteriën vanuit de vagina via de baarmoederhals in de baarmoeder, eileiders, of buikholte terecht komen, of potentieel schadelijke urinewegbacteriën in de nieren of in het bloed. Dit kan de levensbedreigende ziektes pelvic inflammatory disease en sepsis veroorzaken. Ook is er een link met seksueel overdraagbare pathogenen, waaronder hiv en het humaan papillomavirus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken. Daarnaast kunnen bacteriën die met dysbiosis in verband gebracht worden onvruchtbaarheid veroorzaken - en in zwangere vrouwen - een miskraam of vroeggeboorte. In de urinewegen kunnen ze leiden tot nierstenen, incontinentie, en blaaskanker.

Bekijk hier de volledige video-opname van de oratie van Janneke van de Wijgert

video qr code

In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:

Diagnose en behandeling

Het is volgens Janneke nog moeilijk om een hardnekkig verstoord urogenitaal microbioom goed te diagnosticeren. Echter, de benodigde kennis en technologieën zijn aanwezig om dit te verbeteren. Relatief nieuwe point-of-care testen die het genetisch materiaal van meerdere micro-organismen in een monster aan kunnen tonen zijn een goed begin, maar moeten nog beter worden afgesteld op de klinische praktijk. Daarnaast is er behoefte aan goedkope maar nauwkeurige testen die artsen, verpleegkundigen of patiënten zélf eenvoudig kunnen uitvoeren. Ofschoon een behandeling met antibiotica een dysbiose kan onderdrukken, betekent dit nog niet automatisch dat er dan een evenwichtig microbioom terugkeert. Om dat te bevorderen zou je bijvoorbeeld na de antibioticabehandeling melkzuurbacteriën kunnen toevoegen. Recent zijn op dit gebied veelbelovende resultaten geboekt, maar er is nog veel onderzoek nodig om de effectiviteit te verbeteren.

Onderzoek

Microbioom-onderzoek is bij uitstek een type onderzoek dat multidisciplinariteit vereist. Janneke van de Wijgert zegt hierover: “Ik zie helaas veel te vaak dat multidisciplinariteit ontbreekt of incompleet is, met een matige kwaliteit van studies tot gevolg. Er zijn voorbeelden van studies met misleidende resultaten omdat ze niet longitudinaal of onvoldoende kwantitatief waren. Daar komt bij dat data die in proporties zijn uitgedrukt, vaak geïnterpreteerd worden alsof het om absolute aantallen gaat. In de statistische analyses wordt mijns inziens teveel gefocust op exploreren en p-waardes, en te weinig op hypothese-gestuurd testen, daarbij rekening houdend met eigenschappen zoals de mate van ziekmakendheid en het gedrag binnen een microbioom. Tenslotte worden in veel microbioomstudies beproefde epidemiologische methodes om bias en confounding te minimaliseren, en statistische power te optimaliseren, onvoldoende toegepast. Er zit veel variabiliteit in de data, niet alleen tussen mensen maar ook in dezelfde persoon over de tijd, en daar moet rekening mee gehouden worden bij het ontwerpen van studies. Ik roep collega-wetenschappers dan ook op om het tij te keren. Al het laaghangende fruit is inmiddels wel geplukt.”

Voor de volledige tekst van de oratie van Janneke van de Wijgert, klik hier.

Over Janneke van de Wijgert

Janneke studeerde medische biologie en geneeskunde aan de Universiteit Utrecht. Ook promoveerde ze in de epidemiologie aan de Universiteit van Californië in Berkeley, Verenigde Staten. Janneke heeft veel internationale ervaring met infectieziekte-gerelateerd klinisch epidemiologisch onderzoek, volksgezondheidsonderzoek, productontwikkeling en laboratoriumonderzoek. Janneke begon haar loopbaan in Zimbabwe, via de Universiteit van Californië. Daar was ze eerst promovenda en later programmadirecteur van een hiv onderzoeksprogramma. Daarna werd ze directeur van een onderzoeksprogramma bij de Population Council in New York. Dat had als belangrijkste doel om hiv-preventietools te ontwikkelen voor vrouwen. In 2003 keerde ze terug naar Nederland, maar continueerde haar internationale infectieziekteonderzoek aan het Amsterdam UMC. In 2012 werd ze hoogleraar bij het Institute of Infection and Global Health aan de Universiteit van Liverpool. En in 2018 bij het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde van het UMC Utrecht. Janneke werkt graag in multidisciplinaire teams waarbij ze bruggen bouwt tussen disciplines. Ze begeleidt verschillende promovendi en andere studenten, is een veelgevraagde adviseur, spreker en peer-reviewer en publiceerde 200 wetenschappelijke artikelen.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet