U heeft boezemfibrilleren. Dit betekent dat uw hart onregelmatig en meestal te snel klopt. Met een ablatiebehandeling kan uw hartritme weer normaal worden. De arts brengt een dun slangetje in uw hart en maakt een klein litteken. Dit blokkeert de verkeerde prikkels, zodat de kans op het krijgen van boezemfibrilleren kleiner wordt.
Wat is boezemfibrilleren?
Scan de bovenstaande QR-code met uw telefoon om een animatie over dit onderwerp te bekijken.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Wachtlijst
Voor de behandeling komt u op een wachtlijst te staan. Het ziekenhuis neemt contact met u op over de dag waarop de behandeling zal plaatsvinden.
CT-scan
Eerst krijgt u een CT-scan. Dit is een röntgenfoto van uw hart. In uw hart zit een soort zakje aan uw hart. Dit heet een hartoor. De zorgverlener kijkt of er bloedstolsel in het hartoor is. Is er een bloedstolsel? Dan gaat de behandeling niet door.
Voorbereiding op slaap tijdens de behandeling
De behandeling vindt plaats terwijl u slaapt. De zorgverlener die hiervoor zorgt is de anesthesioloog. De anesthesioloog stelt van tevoren vragen om te bepalen welke verdoving het beste bij u past. De afspraak met de anesthesioloog is meestal telefonisch.
Bloedverdunners nemen
3 weken voor de inname moet u elke dag bloedverdunners nemen. Uw zorgverlener bespreekt dit met u.
Nuchter zijn
Het is belangrijk dat u nuchter bent voor de behandeling. U mag vanaf een bepaald tijdstip niet meer eten en drinken. Uw zorgverlener geeft u hierover meer informatie. Houdt u zich niet aan deze regels? Dan kan de behandeling misschien niet doorgaan.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Ablatiebehandeling bij boezemfibrilleren
Scan de bovenstaande QR-code met uw telefoon om een animatie over dit onderwerp te bekijken.
Hartkatheterisatiekamer
De behandeling vindt plaats in een speciale operatiekamer in het ziekenhuis. Dat is de hartkatheterisatiekamer. Dit is een kamer die speciaal bedoeld is voor behandelingen met katheters.
Gaatje in het tussenschot van het hart
De arts schuift de katheter van de ene kant naar de andere kant van het hart. Hiervoor prikt de arts een gaatje in het tussenschot in het hart. Na de behandeling groeit het gaatje vanzelf weer dicht.
Boezemfibrilleren met een andere ritmestoornis
Soms heeft u boezemfibrilleren samen met een andere ritmestoornis. Deze ritmestoornis heet atriumflutter. De arts maakt dan ook een litteken in de rechter boezem.
Goed om te weten: De arts maakt een litteken rond de longaders. Dit verkleint de kans op boezemfibrilleren. De arts besluit hoe het litteken het beste gemaakt kan worden.
Litteken herstelt
Tijdens de behandeling maakt de arts een litteken. Het kan zijn dat dit litteken voor een deel herstelt. Hierdoor kunnen er weer prikkels van de longaders naar het hart gaan. De hartritmestoornis kan hierdoor weer terugkomen.
Boezemfibrilleren blijft bestaan
Soms blijft na 1 of meerdere ablatiebehandelingen het boezemfibrilleren toch bestaan.
Opnieuw hartritmestoornis na de behandeling
In de eerste weken na de behandeling kan de hartritmestoornis opnieuw beginnen. Dit zegt niks over het succes van de behandeling. Na 3 maanden kan de zorgverlener naar het resultaat van de behandeling kijken. Het kan zijn dat er een nieuwe behandeling nodig is.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
In bed blijven
Na de behandeling blijft u een paar uur in bed. Uw zorgverlener houdt u in de gaten. U voelt misschien wat pijn op de borst. Hiervoor kunt u pijnstilling krijgen.
Naar huis
Meestal mag u de dag na de behandeling naar huis. U blijft dus 1 nacht in het ziekenhuis.
Leven met uitklapper, klik om te openen
Nazorg
Niet zelf rijden
De eerste week na de behandeling mag u niet zelf rijden. Iemand anders moet u na de behandeling thuis brengen.
Niet sporten
De eerste 2 weken na de behandeling mag u niet sporten. U mag wel lopen.
Geen zwaar werk of zware activiteiten
De eerste 2 weken na de behandeling mag u niet tillen en geen zware werkzaamheden doen.
Complicaties
Bij elke operatie kunnen problemen voorkomen. Dit noemen we complicaties.
Liesbloeding
U kunt na de operatie een bloeding in uw lies hebben. Dit kan een blauwe plek of zwelling geven. Van de 100 mensen die de operatie krijgen, komt een liesbloeding 1 tot 5 keer voor. Vaak gaat het vanzelf over.
Bloedstolsel
Tijdens de behandeling kan een bloedstolsel ontstaan. Dit geeft een klein risico op trombose, longembolie of een herseninfarct. U krijgt bloedverdunners om dit tegen te gaan. Hierdoor komen bloedstolsels bijna nooit voor. Van de 100 mensen die deze operatie krijgen, komt een bloedstelsel minder dan 1 keer voor.
Schade aan het hart
Heel soms komt er een klein gaatje in de hartwand. Er komt dan bloed terecht in het hartzakje. Het hartzakje is de ruimte om het hart heen. De arts gebruikt dan een slangetje om het bloed weg te halen. Meestal stopt de bloeding vanzelf. Heel soms moet de arts het gaatje dichtbranden. Van de 100 mensen die deze operatie krijgen, komt een bloedstolsel minder dan 1 keer voor.
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek Cardiologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
De polikliniek Cardiologie heeft meerdere spreekuren:
- aangeboren hartafwijkingen
- elektrofysiologie
- harttransplantatie
- verpleegkundig spreekuur hartfalen
Verpleegafdeling Hartkatheterisatiekamer
Hebt u vragen? Neem dan contact op met het secretariaat van de afdeling hartkatheterisatiekamer.