Amputatie van een been
Amputatie van een been
Een amputatie van het been is een ingrijpende gebeurtenis. Er zijn verschillende redenen om een amputatie uit te voeren. Er is meestal zodanig weefselversterf (dood weefsel) dat het niet amputeren ernstige gevolgen heeft voor het verdere leven.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Er zijn verschillende redenen om een amputatie uit te voeren. Toch komen ze in feite allemaal op hetzelfde neer: er is meestal zodanig weefselversterf (dood weefsel) dat het niet amputeren ernstige gevolgen heeft voor het verder leven.
- Meestal gaat het om patiënten met ernstige vaatproblemen, die niet meer met een bloedvatoperatie geholpen kunnen worden. Bij ernstig weefselversterf is de kans op een voortrschrijdende infectie erg groot, zeker bij patiënten die ook suikerziekte hebben. Een amputatie kan dan de enige mogelijkheid zijn om het leven te behouden.
- Ook kunnen ondraaglijke en onbehandelbare pijnklachten, veroorzaakt doro een ernstige zenuw- of vaatschade, aanleiding zijn om een aangedaan been te amputeren.
- Bij een ongeval kan zodanige weefselschade optreden, dat slechts met een amputatie het leven gered kan worden.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Voor de operatie wordt het amputatieniveau besproken, in overleg met de revalidatiearts. Bij een amputatie van een deel van het been wordt het amputatieniveau niet zozeer bepaald door het niveau van het weefselversterf, maar door de plaats waar we na de operatie een prothesevoorziening moeten aanbrengen. Zo kan bij een ernstige infectie van de voet het amputatieniveau niet bij de voet of enkel komen te liggen, maar 10-15 centimeter onder de knie. Boven dat niveau is namelijk geen goede en stabiele prothesevoorziening mogelijk en een amputatie bij de enkel ligt te dicht bij de infectie. In het algemeen wordt de wond gesloten, maar bij een groot risico op infectie kan het verstandig zijn de wond open te laten. In dat geval wordt pas na een paar dagen, wanneer de infectieverschijnselen onder controle zijn, de stomp gecorrigeerd en de wond gesloten. Het is goed u te realiseren dat voor de operatie de mate van weefselversterf aan de buitenkant niet betrouwbaar is vast te stellen. Het komt daardoor wel eens voor dat de arts tijdens de operatie moet besluiten een groter deel te amputeren dan in eerste instantie gedacht werd en met u besproken is.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
De amputatiestomp wordt na de operatie verbonden met een zogeheten stompverband. Dat verband wordt stevig aangebracht om de stomp goed te kunnen modelleren voor een eventuele prothese. Het verbinden van de stomp is in het begin vanzelfsprekend gevoelig. De periode na de operatie is gericht op herstel van de wond en de ontwikkeling van de functie in het restant van het geamputeerde lichaamsdeel.
Revalidatie en oefentherapie onder leiding van de revalidatiearts en de fysiotherapeut worden belangrijke zaken voor u. De revalidatiearts bekijkt welke revalidatie en prothesevoorziening er in uw nieuwe situatie mogelijk zijn. De mogelijkheden daarvan hangen sterk af van uw lichamelijke conditie, bijkomende ziekte of gebreken, het amputatieniveau en de amputatiestomp, maar ook van de wil om te leren lopen. Ook de duur van uw verblijf in het ziekenhuis is onder andere afhankelijlk van deze factoren.
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico's. Zo is ook bij een amputatie de normale kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longonsteking. Door het vaak grote wondoppervlak en doordat vaak weefselversterf de reden is voor amputatie, kunnen nabloedingen en met name infecties vaker voorkomen.
Ook kan het voorkomen dat achteraf wordt vastgesteld dat bij de operatie te weinig is geamputeerd. De wond wil dan niet genezen, het weefselversterf gaat door en er is een nieuwe operatie nodig. Een veel voorkomend en hinderlijk fenomeen is de fantoomsensatie of fantoompijn. De bij de amputatie doorgesneden zenuwen blijven prikkels doorgeven naar de hersenen, alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is, wat vreemd aanvoelt of pijn kan doen. Hinderlijke fantoomverschijnselen zijn tegenwoordig met medicijnen of injecties redelijk tot goed te verminderen.
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Behandelteam
Hattum, E.S. van (Eline)
Vaatchirurg
Borst, G.J. de (Gert Jan)
Hoogleraar vaatchirurgie
Hazenberg, C.E.V.B. (Stijn)
Vaatchirurg
Herwaarden, J.A. van (Joost)
Vaatchirurg
Toorop, R.J. (Raechel)
Vaatchirurg
Teraa, M. (Martin)
Vaatchirurgie
Petri, B.J. (Bart-Jeroen)
Vaatchirurg
Bloemert-Tuin, T.
Physician assistant
Jansze, A. (Anouk)
Physician assistant
Meer informatie
Wanneer u een prothese gaat gebruiken, heeft u wellicht behoefte aan meer informatie en lotgenotencontact. Bij de patiëntenvereniging Korter maar krachtig kunt u hiervoor terecht.
Polikliniek Vaatchirurgie
Verpleegafdeling Vaatchirurgie (D4 oost)
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
Vanwege Covid-19 kan de toegangstijd voor een eerste afspraak op onze polikliniek oplopen. We beoordelen alle verwijzingen en nodigen u uit voor een eerste afspraak op basis van medische urgentie. Wij hopen op uw begrip.
Lees meer over wachttijdenMeer weten uitklapper, klik om te openen
Voor uitgebreide informatie over deze behandeling kunt u de patiëntfolder doornemen.
In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij deze behandeling
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek Hart- en vaatcentrum, hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Vaatchirurgie
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 16.00 uur.
Verpleegafdeling Vaatchirurgie (D4 oost)
Verpleegafdeling D4 oost is telefonisch bereikbaar op het telefoonnummer: