Zorg en herstel bij een operatie aan de wervelkolom
Zorg en herstel bij een operatie aan de wervelkolom
Op advies van uw neurochirurg heeft u besloten tot een operatie aan uw wervelkolom vanwege klachten bijvoorbeeld door een hernia, kanaalvernauwing, een tumor in de wervelkolom of andere oorzaken. De neurochirurg heeft voor het besluit de mogelijke risico’s, complicaties en verwachtingen van de operatie met u besproken. Dit noemen wij ‘informed consent’.
In deze folder leggen wij uit hoe u zich voorbereidt op de operatie, hoe de opname en de operatie er uit zien en welke nabehandeling u in het ziekenhuis krijgt. U krijgt ook een kort (beweeg) advies als u weer naar huis mag.
Bekijk ook het filmpje waarin stap voor stap wordt uitgelegd wat u kunt verwachten.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Voordat u geopereerd kunt worden, brengt u een bezoek aan de POS-poli. POS is de afkorting van Pre-Operatieve Screening, oftewel: onderzoek vóór de operatie. In de regel gaat u, na de afspraak met de neurochirurg waarin is besloten tot operatie, direct naar het inloopspreekuur van de POS-poli. In een enkel geval kan de afspraak niet gelijk plaatsvinden. Dan maakt u bij de balie van de POS-poli een aparte afspraak, meestal vier tot twee weken voor uw operatie.
Op de POS-poli
Op de POS-poli heeft u een gesprek met de anesthesist (ook wel anesthesioloog genoemd) en de anesthesie-verpleegkundige. Zij kijken u fysiek gezond genoeg bent voor de operatie en geven uitleg over de verdoving. Het gesprek duurt ongeveer één uur. U kunt dan tevens al uw vragen stellen. Schrijf uw vragen van tevoren op, zodat u niets vergeet. De POS-poli is onderdeel van de polikliniek Anesthesiologie.
Gezondheidsvragen
De anesthesist en de anesthesieverpleegkundige onderzoeken u om een goed beeld van uw lichamelijke conditie te krijgen. Zo voorkomen we dat we vlak voor de operatie redenen vinden waarom u niet geopereerd kan worden. Aan de hand van een gezondheidsvragenlijst controleren we of u helemaal klaar bent voor de operatie.
Lichamelijk onderzoek
Daarnaast doen de anesthesist en/of de anesthesieverpleegkundige lichamelijk onderzoek bij u. Eventueel vindt aanvullend onderzoek plaats zoals het maken van een hartfilmpje (ECG) of bloedafname.
Bespreken huidige medicatie
Ook bezoekt u een apothekersassistent om uw actuele medicatielijst door te nemen. Zo hebben wij een up-to-date overzicht waarmee wij rekening houden tijdens uw opname. Wij vragen u een actueel medicatieoverzicht op te vragen bij uw apotheek en deze mee te nemen.
Wat neemt u mee op de opnamedag?
- De medicijnen in originele verpakking, als u die gebruikt.
- Een actueel overzicht van uw medicijngebruik van uw apotheek.
- De zorgpas van uw zorgverzekeraar.
- Een legitimatiebewijs.
- Eventueel een dieetvoorschrift.
- Een kamerjas.
- Een set met makkelijke zittende kleding voor als u uit bed bent.
- Een pyjama en ondergoed.
- Pantoffels en stevig schoeisel zodat u goed kunt lopen.
- Toiletartikelen.
- Eventueel uw bril, gehoorapparaat en gebitsbakje.
- Spullen ter ontspanning, zoals (puzzel)boeken, tijdschriften
- Loophulpmiddelen die u al voor deze operatie gebruikt.
De opnamedag
Op de dag van de opname meldt u zich bij de Centrale Opnamebalie, vlakbij de hoofdingang van het UMC Utrecht. Daar controleren ze uw gegevens. Een gastvrouw of -heer brengt u daarna naar de verpleegafdeling D3 oost Acute en Algemene neurochirurgie.
Wij ontvangen u op de afdeling en laten u de kamer zien waar u komt te liggen. De verpleegkundige komt u vertellen wanneer het opnamegesprek plaats vindt. Tijdens dit gesprek vraagt de verpleegkundige u onder andere naar uw thuissituatie, allergieën en dieet. Ook noteert hij of zij de contactgegevens van uw 1e contactpersoon. Om wille van uw privacy geven wij alleen deze persoon informatie over uw toestand.
Verder heeft u deze dag een gesprek met een co-assistent of zaalarts / physician-assistant. Deze doet ook een lichamelijk onderzoek. Ook bespreekt u op de opnamedag de medicatie u gebruikt met een apothekersassistente. Zo hebben wij een actueel overzicht van uw medicijnen. Tijdens uw opname houden we hier rekening mee.
De dag van de operatie
Op de dag van de operatie hoort u van de verpleegkundige wanneer u ongeveer aan de beurt bent. Dit is niet altijd goed in te schatten omdat er altijd spoedgevallen tussen kunnen komen of operaties kunnen uitlopen. Om de operatie te kunnen uitvoeren, is het belangrijk dat u van te voren nuchter bent, dus niet gegeten of gedronken hebt. Tot twee uur voor de operatie mag u nog wel water en thee drinken.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
De neurochirurg heeft u al geïnformeerd over de inhoud, de omvang en de duur van de operatie, de risico's en het herstel. Mocht u nog vragen hebben, dan is het handig die op te schrijven en met uw arts te bespreken.
In het UMC Utrecht werken de neurochirurg en de orthopedisch chirurg nauw met elkaar samen. Zij bepalen in overleg wie de operatie verricht en soms staan zij beiden in de operatiekamer.
Operatietechnieken
In de meeste gevallen is de operatie bedoeld om ruimte te creëren voor het ruggenmerg en/of uittredende zenuwwortels (laminectomie). Zonodig doen we dat in combinatie met het vastzetten van de wervelkolom (spondylodese).
Laminectomie
De chirurg maakt eerst een huidinsnijding (incisie) over de doornuitsteeksels. Vervolgens schuift de chirurg de spieren opzij. Zo komen de wervels vrij te liggen. Daarna verwijdert de chirurg de wervelboog (lamina) of een deel hiervan. Dit wordt laminectomie genoemd. Zo wordt er voldoende ruimte gecreëerd voor het ruggenmerg en de zenuwwortel. De druk is nu van de zenuw weggenomen. De chirurg brengt de spieren weer op hun plaats en hecht de wond.
Spondylodese
In enkele gevallen is het nodig de wervels met staven en schroeven aan elkaar vast te zetten (fixeren). Dit noemen we spondylodese. Het vastzetten van de wervelkolom kan zowel vanuit de voorkant van de wervelkolom (anterieur) als vanuit de achterkant (posterieur).
Andere technieken en meer informatie
Uiteraard bestaan er nog andere operatietechnieken. Op de website van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie (NVvN) is goede en uitgebreide informatie te vinden.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Mogelijke risico's en complicaties
De chirurg voert de operatie met grote zorgvuldigheid uit. Toch is er, zoals bij elke operatie, kans op complicaties. In uw geval zijn dat:
Nabloeding
U heeft een wond die is gehecht en die wond kan nabloeden. De kans op nabloeding is de eerste dagen na de operatie het grootst. Wij spreken van nabloeding als de wond ondanks dichtdrukken langer dan een half uur blijft bloeden.
Zenuwuitval
Zenuwuitval kan worden veroorzaakt door een vorm van direct letsel/manipulatie tijdens de operatie of indirect door een nabloeding. Hierdoor kunt u krachtsverlies of stoornissen in het gevoel van armen of benen ervaren. Na beoordeling van de neurochirurg kan dit betekenen dat u opnieuw geopereerd zal moeten worden.
Infectie
Een infectie openbaart zich meestal in de eerste weken na de operatie. Verschijnselen zijn:
- de wond lekt langer dan een week;
- het wondvocht is niet helder en reukloos, maar gelig van kleur en heeft een indringende geur;
- u heeft aanhoudend koorts hoger dan 38°C.
Pijn
Wondpijn is gebruikelijk. Ook kan er af en toe pijn in het been of in de rug optreden. De pijn kan de eerste dagen na de operatie soms zelfs erger zijn dan voor de operatie. De pijn moet wel afnemen in de dagen na de operatie.
Trombose
Bij trombose (bloedstolling) zet zich een bloedstolsel vast in een bloedvat. Zo ontstaat er afsluiting (embolie). Als dat in de longen gebeurt, heet dat longembolie. Een kenmerk hiervan is pijn bij het ademen. Meestal zit een trombose echter in een been. Het been wordt dan dik, rood, warm en glanzend. U krijgt dan speciale antistollingsmedicatie.De eerste 24 uur na de operatie
Van de uitslaapkamer naar verpleegafdeling D3 Oost
Na de operatie gaat u eerst naar de uitslaapkamer (verkoever/recovery) van de operatieafdeling. Hier komt u bij van de operatie en de narcose. Na twee tot vier uur en alleen wanneer u voldoende bent hersteld, brengt een verpleegkundige u naar de verpleegafdeling D3 oost. Wij houden hier uw hartslag, bloedsomloop en andere lichaamsfuncties nauwkeurig in de gaten. De verpleegkundige belt de eerste contactpersoon als u of uw naaste weer terug is op de verpleegafdeling. Bezoek is dan van harte welkom op de afdeling.
Plat liggen
U ligt afhankelijk van de ingreep- tenminste de eerst 6 uur na de operatie plat op uw rug: zo worden de kleine bloedende vaatjes in het operatiegebied dichtgedrukt. Hiermee verkleint de kans op een bloed-uitstorting. Daarna mag u onder begeleiding van de verpleegkundige draaien. Uiteindelijk kunt u zelfstandig van de ene op de andere zij draaien. De dag na de operatie mag u meestal weer opstaan en lopen.
Controles door de verpleegkundige
Zodra u terug bent op de verpleegafdeling controleert de verpleegkundige regelmatig uw wond, de bloeddruk, de polsslag en uw beenfuncties. Ook houden wij in de gaten of uw urineproductie weer op gang komt.
Revalidatie op de afdeling
Mobiliseren
Mobiliseren is het weer in beweging komen. Meestal mag u de dag na de operatie al gaan oefenen met draaien, zitten en staan. De verpleegkundige helpt u hierbij.
De verpleegkundige begeleidt u bij het herstel en geeft u oefeningen en instructies hoe u uw dagelijkse activiteiten het beste kunt doen, zoals:
- Liggen en zitten.
- Opstaan uit bed of uit een stoel.
- Traplopen.
- Douchen, aankleden, knielen, tillen, enzovoorts.
- Wandelen.
U leert omgaan met de beperkingen en de mogelijkheden. U oefent samen en zelfstandig en leert in hoeverre u uw lichaam kunt belasten en welke houdingen goed en minder goed zijn.
De fysiotherapeut
Als het mobiliseren niet naar tevredenheid verloopt, dan kan de verpleging in overleg met de zaalarts de fysiotherapeut inschakelen. De fysiotherapeut komt dan langs en bekijkt waarom het mobiliseren niet zoals verwacht verloopt. Samen met u kijken we hoe we hier iets aan kunnen doen. Hierbij kunt u denken aan het introduceren van loophulpmiddelen (rollator, stok, looprek, etc.) en/of adviezen omtrent de houding, het wisselen van houdingen en/of het mobiliseren.
Mobilisatieschema
Het is belangrijk om het bewegen weer op te bouwen. De onderstaande schema's geven hier richting aan.
Houd er rekening mee dat het mobiliseren in dit schema een toevoeging is aan uw dagelijkse activiteiten. En dus niet in plaats van uw dagelijkse handelingen komt (ochtendzorg, maaltijden, toilet).
Lopen
Dag | Duur zitten (maximaal) | Frequentie per dag |
---|---|---|
1 | 10 minuten | 2x |
2 | 10 minuten | 5-6x (inclusief maaltijden en toilet) |
3 | 15 minuten | 3x |
vanaf dag 4 | Uitbreiden op geleide tolerantie (maar nooit langer dan 30 minuten) | Uitbreiden op geleide tolerantie |
Zitten
Zitten is een van de meest belastende houdingen voor de rug, hierom is het belangrijk om de zitduur geleidelijk aan op te bouwen.
Dag | Duur zitten (maximaal) | Frequentie per dag |
---|---|---|
1 | 10 minuten | 2x |
2 | 10 minuten | 5-6x (inclusief maaltijden en toilet) |
3 | 15 minuten | 3x |
vanaf dag 4 | Uitbreiden op geleide tolerantie (maar nooit langer dan 30 minuten) | Uitbreiden op geleide tolerantie |
Weer naar huis
Wanneer kunt u naar huis?
De opnameduur bij een operatie aan de wervelkolom varieert meestal van één nacht tot vijf nachten. Dit hangt af van de ingreep en uw herstel. Wanneer mag u naar huis?
De algemene regels zijn:
- U kunt zelfstandig in en uit bed komen.
- U kunt zelfstandig lopen (eventueel met een hulpmiddel, zoals een rollator).
- De wond geneest goed.
- U weet wat u wel en niet mag in beweging en houding.
- U heeft de thuisopvang goed geregeld.
Deze regels geven een indicatie maar uiteindelijk beslist de arts wanneer u naar huis kunt.
Verder herstellen na de operatie
Herstel na een operatie aan de wervelkolom
U bent geopereerd aan uw wervelkolom om klachten weg te nemen of om verdere verslechtering te voorkomen. Uw klachten zijn niet allemaal meteen na de operatie verdwenen: het herstel kan een aantal maanden tot een half jaar duren.
Een goed herstel is mede afhankelijk van uw lichamelijke conditie. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten geheel of grotendeels. Helaas herstelt niet iedereen volledig en is alleen verergering voorkomen.
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
U heeft met de neurochirurg besproken dat u geopereerd wordt en wat de verwachte wachttijd is. De wachttijd varieert per patiënt en is afhankelijk van: de aard van de aandoening, de mate van spoed en bijzonderheden zoals dat verschillende specialisten of bijzondere apparatuur nodig zijn.
Maximaal een week voordat u aan de beurt bent, belt ons planningssecretariaat u. Zij informeren u dan over de opnamedatum (meestal een werkdag voor de operatie) en de operatiedatum. De operatiedatum wordt vastgesteld naar medische urgentie. Er komen veel spoed-patiënten naast onze geplande patiënten. Dit kan er toe leiden dat dat uw operatie later plaatsvindt dan oorspronkelijk de bedoeling was. Als de ingeschatte wachttijd voorbij is en u nog niet door ons bent gebeld, kunt u het planningssecretariaat bellen. Zij kunnen u meer vertellen over uw plaats op de wachtlijst en zijn bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 15.00 op 088 7559775.
Het kan voorkomen dat een spoed- of acute operatie de planning alsnog verstoort en we uw geplande operatie moeten uitgestellen. Wij realiseren ons dat het uitstellen van een operatie extra spanning voor u oplevert en proberen dit dan ook tot een minimum te beperk
Meer weten uitklapper, klik om te openen
Voor uitgebreide informatie over deze behandeling kunt u de patiëntfolder doornemen.
In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij deze behandeling
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Verpleegafdeling Cerebrovasculaire ziekten (D3 west)
Als u een afspraak wilt wijzigen, geef dit dan tijdig door via het nummer hiernaast. Ook voor vragen vragen aan één van de medewerkers kunt u hier terecht.
Verpleegafdeling: 088 75 579 44
Medium care: 088 75 579 46