Brugada-syndroom (BrS)
Brugada-syndroom (BrS)
Het Brugada-syndroom (BrS) is een aandoening waarbij de elektrische functie van het hart verstoord is. Hierdoor is er een verhoogd risico op hartritmestoornissen.
Symptomen Brugada-syndroom (BrS) uitklapper, klik om te openen
Lang niet iedereen met BrS krijgt klachten. Klachten kunnen zijn: duizelingen of wegrakingen. Heel soms kan iemand plotseling overlijden. Als er klachten zijn, is dat vaak pas op volwassen leeftijd. Mannen hebben vaker klachten dan vrouwen. Personen met het BrS hebben een verhoogd risico op hartritmestoornissen als zij koorts hebben en bij gebruik van bepaalde medicijnen.
Onderzoek en diagnose uitklapper, klik om te openen
Cardiologisch onderzoek bij het Brugada-syndroom
Het BrS is op het hartfilmpje (ECG) vaak te herkennen. Als het niet zeker is of iemand BrS heeft, is dit op het ECG zichtbaar te maken door een provocatietest. Hiervoor wordt kortdurend via een infuus een medicijn toegediend. Om bij personen met BrS in te schatten hoe groot hun risico is op gevaarlijke hartritmestoornissen, wordt regelmatig onderzoek van het hartritme gedaan (met een inspanningsonderzoek en een 24-uurs ECG (Holter.
Erfelijkheid van het Brugada-syndroom
Het BrS kan erfelijk zijn. De overerving is ingewikkeld. Het belangrijkste gen dat betrokken is bij het ontstaan van het BrS, is het SCN5A-gen. Bij ongeveer 20 procent van de mensen met BrS vinden we een mutatie (ziekte-veroorzakende variant) in het SCN5A-gen. In sommige families met een SCN5A-mutatie verklaart deze echter de aandoening niet helemaal. Daarom adviseren we bij familieleden die geen drager zijn van de familiaire SCN5A-mutatie vaak wel eenmalig cardiologisch onderzoek. Ook als er geen mutatie wordt gevonden in het SCN5A-gen, kan het BrS erfelijk zijn.
Onderzoek bij familieleden
Families waarin wel een mutatie is gevonden: Bij familieleden is het mogelijk om DNA-onderzoek te doen naar de gevonden mutatie. Dit kan van belang zijn voor hen en hun kinderen. Elk kind van iemand met een mutatie heeft 50 procent kans (1 op 2) om deze mutatie te erven. DNA-onderzoek is ook mogelijk in navelstrengbloed van pasgeboren kinderen.
- Familieleden met de mutatie hebben een verhoogde kans om hartritmestoornissen als gevolg van het BrS te krijgen. Het advies is om regelmatig cardiologisch onderzoek te laten verrichten en om bepaalde medicatie te mijden. Ook adviseren we om bij koorts een ECG te laten maken en koorts daarna te bestrijden met paracetamol.
- Familieleden zonder de mutatie worden geadviseerd eenmalig cardiologisch onderzoek te laten verrichten en om bij koorts een ECG te laten maken.
- Als een familielid geen DNA-onderzoek wenst, is het advies om regelmatig cardiologisch onderzoek te laten verrichten, om bepaalde medicatie te mijden en bij koorts een ECG te laten maken.
Families waarin geen mutatie is gevonden:
Ook als er geen mutatie is aangetoond, kan BrS erfelijk zijn. DNA-onderzoek bij familieleden is dan niet mogelijk. Wel wordt dan geadviseerd om cardiologisch onderzoek te laten verrichten en ook vaak een provocatietest. Een provocatietest kan pas na het 16de levensjaar worden gedaan. Tot die tijd is dus niet goed vast te stellen of een kind wel of geen BrS heeft. Daarom wordt geadviseerd om tot die leeftijd regelmatig cardiologisch onderzoek te laten verrichten. Ook wordt geadviseerd om bij koorts een ECG te laten maken en koorts daarna te bestrijden met paracetamol. Daarnaast wordt geadviseerd om kinderen vóór vaccinaties paracetamol te geven.
Behandeling Brugada-syndroom (BrS) uitklapper, klik om te openen
Het BrS is niet te genezen. Zolang iemand geen duidelijke afwijkingen heeft bij cardiologisch onderzoek en geen wegrakingen heeft gehad, is het risico op gevaarlijke hartritmestoornissen niet duidelijk verhoogd. Een behandeling is dan vaak niet nodig. Als het risico op gevaarlijke hartritmestoornissen wel verhoogd is, kan een ICD (implanteerbare cardioverter defibrillator) worden geplaatst. Bij BrS kunnen koorts of bepaalde medicijnen een ritmestoornis uitlokken. Daarom adviseren we altijd om bepaalde medicatie te vermijden (zie ook: www.brugadadrugs.org) en bij koorts een ECG te laten maken. Als dit ECG afwijkend is, kan het van belang zijn om het hartritme te blijven controleren via de hartbewaking in het ziekenhuis. Is het ECG bij koorts niet afwijkend, dan is dat niet nodig. Wel geldt dan het advies om koorts altijd met paracetamol te bestrijden. Ook is voor kinderen het advies om vóór vaccinaties paracetamol te geven.