De meest toegepaste behandelingen zijn:
- een operatie;
- een operatie gevolgd door radiotherapie;
- chemoradiatie (bestraling gecombineerd met chemotherapie).
Operatie
De operatie is vaak een gecombineerde ingreep van een lokale radicale excisie met een schildwachtklier-procedure of lymfeklier-verwijdering. De operatie duurt gemiddeld 2 à 3 uur. De patholoog onderzoekt het verwijderde weefsel onder de microscoop en daarvan wordt na ongeveer 10 dagen de uitslag verwacht.
Lokale radicale excisie
Het belangrijkste doel is het volledig verwijderen van de tumor. Daarom wordt de tumor met een ruime rand van het omliggende gezonde weefsel verwijderd. Daarbij is het soms nodig om een deel van de binnenste- en buitenste schaamlippen en soms ook de clitoris (kittelaar) te verwijderen.
Schildwachterklier-procedure
Kankercellen kunnen zich via het weefselvocht (lymfevocht) naar de lymfeklieren in de liezen verplaatsen. Daarom is het bij schaamlipkanker van belang om te weten of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren in de lies. De schildwacht-procedure maakt het mogelijk de belangrijkste lymfeklier op te sporen, die via een lymfevat rechtstreeks in verbinding staat met het kankergezwel. Deze belangrijkste lymfeklier wordt de schildwachtklier, de poortwachterklier of in het Engels de ‘sentinel node’ genoemd. Zo’n klier wordt als eerste aangetast wanneer het gezwel uitzaait via de lymfebanen. Pas daarna worden de overige lymfeklieren aangetast. De schildwachtklier is op te sporen door voor de operatie een blauwe kleurstof en een radioactieve vloeistof rond het kankergezwel in de huid te spuiten. De huid is van tevoren verdoofd met verdovende zalf. De radioactieve stof verzamelt zich in de schildwachtklier. Dan wordt er een scan gemaakt om die bewuste klier te zien. Tijdens de operatie wordt er ook nog blauwe kleurstof rond de tumor ingespoten.
De lymfeklier kleurt dan blauw en wordt zwak radioactief. De gynaecoloog kan tijdens de operatie de klier hierdoor beter vinden en verwijderen. De schildwachtklier wordt door de patholoog onderzocht. Mocht hierin een uitzaaiing worden gevonden, dan kan het nodig zijn dat er een aanvullende behandeling geadviseerd wordt. Dit kan nog een operatie zijn of bijvoorbeeld bestraling.
Lymfeklierverwijdering
Wanneer al bij eerder onderzoek is komen vast te staan dat de tumor te groot is of dat er uitzaaiingen in de lymfeklieren van de lies zijn, kan geen schildwachtklierprocedure worden verricht. Dan zullen alle lymfeklieren uit het liesgebied worden verwijderd. Dit noemt men ook wel een lieskliertoilet of lymfeklierdissectie. In het wondgebied van de liezen, waar de klieren zijn verwijderd, plaatst de gynaecoloog na de operatie drains. Deze slangetjes voeren het lymfevocht af, waardoor de wond beter kan genezen.
Mogelijke complicaties van de operatie
Wondinfectie is de meest voorkomende complicatie na de operatie. We zien ook regelmatig dat de wond gaat wijken, dit kan geen kwaad. Zelden treedt er een nabloeding op. Een andere complicatie die voorkomt na een operatie, is een blaasontsteking. Dit komt door de blaaskatheter die u heeft gekregen tijdens de operatie. Indien nodig krijgt u hiervoor antibiotica.
Gevolgen van een lokale radicale excisie
Verandering bij het plassen
Door de operatie kan de uitmonding van de plasbuis anders komen te liggen of verkort worden. Dit kan tot gevolg hebben dat de urinestraal alle kanten op gaat, of dat u moeite krijgt met het ophouden van de urine. Dit laatste kan ook voorkomen als ten gevolge van de operatie er minder steunweefsel is.
Seksualiteit en lichaamsbeeld
De operatie bij schaamlipkanker kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de seksualiteit en voor uw gevoel een volwaardige vrouw te zijn. De kittelaar (clitoris) en schaamlippen hebben een belangrijke functie bij het vrijen en bij zelfbevrediging. Door beschadiging van de zenuwvoorziening naar de huid voelt deze anders aan; soms meer, soms minder gevoelig. Dit kan zich herstellen. Indien de clitoris is verwijderd, zal mogelijk de beleving van het orgasme verdwijnen of veranderen.
Gevolgen van een lymfeklierverwijdering
Lymfoedeem
Tijdens de operatie zijn één of meerdere lymfeklieren uit de liezen weggenomen. Hierdoor zal de afvoer van lymfevocht verstoord kunnen raken. Door aanmaak van lymfevocht en verminderde afvloed kan het lymfesysteem uit balans raken en kunnen de benen en/of de schaamstreek dikker worden. Pas als er nieuwe balans is, kan de stuwing afnemen. Meer informatie over lymfoedeem kunt u lezen in de folder Lymfoedeem. Deze folder ontvangt u na de behandeling. Indien nodig zorgen wij voor advies en verwijzing voor behandeling.
Aanvullende bestraling (radiotherapie)
Bij schaamlipkanker wordt bestraling doorgaans toegepast als aanvullende (adjuvante) behandeling na een operatie om eventueel achtergebleven kankercellen te vernietigen. Dit is het geval als meerdere lymfklieren van de liezen kankercellen bevatten of als de tumor zich heeft uitgebreid tot aan de rand van het weefsel dat tijdens de operatie is verwijderd en het is niet goed mogelijk om nog een stuk weefsel te verwijderen. De kans op terugkeer van het kankerproces wordt hierdoor verkleind. Door straling kunnen kankercellen worden vernietigd. Kankercellen verdragen straling slechter dan gezonde cellen omdat zij zich niet of nauwelijks kunnen herstellen.
De bestraling moet nauwkeurig gedoseerd worden, zodat de tumorcellen vernietigd worden maar de schade aan gezond weefsel beperkt blijft. De toe te dienen stralingsdosis wordt daarom ook niet in een keer gegeven, maar in kleine porties. Voor veel mensen is bestraling iets angstigs. Straling is niet waar te nemen en niet te voelen en toch doet het iets in het lichaam.
Sommige mensen zijn bang dat ze zullen verbranden door de bestraling of dat ze er zelfs kanker door zullen krijgen. Hebt u vragen of twijfels, ziet u op tegen bestraling, bespreek dit dan met de radiotherapeut (de arts die gespecialiseerd is op het gebied van bestraling). Deze kan u veel informatie geven.
Chemoradiatie (bestraling met chemotherapie gecombineerd)
Soms wordt er gekozen om de tumor direct te behandelen met bestraling. Meestal omdat hij op een plaats groeit waar opereren niet goed mogelijk is zonder onnodig veel schade aan omliggend weefsel aan te richten.
De laatste jaren hebben veel studies geleerd dat bestraling in combinatie met chemotherapie zinvol is. Als iedere week in een kleine dosering chemotherapie wordt gebruikt tijdens de bestraling, reageren de kwaadaardige cellen beter. U krijgt aanvullende informatie indien deze behandeling voor u van toepassing blijkt.