Doofheid en slechthorendheid
‘Slechthorendheid’ is een duidelijker begrip dan ‘doofheid’. Iemand die niet goed spraak kan verstaan, is slechthorend. Daarvoor gelden gradaties: licht slechthorend, matig slechthorend, of ernstig slechthorend. In dit laatste geval spreken we ook wel van doofheid.
Het begrip doofheid
‘Doof’ is een ruim begrip. Iemand wordt soms ‘doof’ genoemd als hij tijdens een gesprek een enkel woord niet goed verstaat. Iemand die met hoortoestellen in goed spraak verstaat, wordt ook vaak doof genoemd, of beschouwt zichzelf als doof. En iemand die vrijwel niets kan horen kan men terecht doof noemen.
‘Doof’, maar nu met een hoofdletter geschreven, daarmee bedoelen we mensen die een keuze hebben gemaakt voor de Dovencultuur. Deze mensen hebben als hoofdtaal (in Nederland) de Nederlandse Gebarentaal (NGT).
In medische (audiologische) zin kunnen we vrijwel nooit van volledige doofheid spreken. Elke dove hoort wel iets en kan wel enigszins spraak herkennen. We gebruiken liever het begrip slechthorendheid omdat we hierin gradaties kunnen aangeven. Bijvoorbeeld om in aanmerking te komen voor cochleaire implantatie (gehoorimplantaat) geldt dat men zeer ernstig slechthorend moet zijn.
Symptomen uitklapper, klik om te openen
Uw gehoor
Het gehoor is het zintuig waarmee u omgevingsgeluiden kunt horen, van muziek kunt genieten en spraak kunt verstaan. Het gehoororgaan bestaat uit vier hoofdonderdelen (zie ook de afbeelding hieronder):
- het uitwendig oor: dit bestaat uit de oorschelp, de (uitwendige) gehoorgang en het trommelvlies. Het zorgt ervoor dat geluiden uit de omgeving het trommelvlies bereiken.
- het middenoor: dit is een met lucht gevulde ruimte waarin zich de drie gehoorbeentjes bevinden: de hamer (die vastzit aan het trommelvlies), het aambeeld en de stijgbeugel.
- het binnenoor: in het binnenoor zit onder meer het slakkenhuis (cochlea), waarin het geluid wordt geanalyseerd en omgezet in zenuwimpulsen. In het slakkenhuis zit het ‘orgaan van Corti’, met daarin rijen haarcellen.
- de gehoorzenuw met de zenuwbanen in de hersenen: de gehoorzenuw geeft de geluidsinformatie in de vorm van zenuwimpulsen door naar de zenuwbanen in de hersenen.
Wat gebeurt er als er geluid wordt aangeboden?
Wanneer geluid wordt aangeboden trilt de stijgbeugel en ontstaat er een golfbeweging. De haartjes op de haarcellen (in het slakkenhuis) bewegen heen en weer. Hierdoor worden in de zenuwvezels die met de haarcellen verbonden zijn elektrische impulsen(zenuwimpulsen) gegenereerd. De gehoorzenuw geeft de geluidsinformatie in de vorm van zenuwimpulsen door naar de zenuwbanen in de hersenen.
In het voor het gehoor gereserveerde deel van de hersenen worden de zenuwimpulsen geordend zodat we kunnen richtinghoren, geluiden herkennen en lokaliseren, en spraak verstaan. De uiteindelijke herkenning van geluiden en het verstaan van spraak zijn gelokaliseerd in het eindstation, de ‘auditieve hersenschors’.
Bij ernstige slechthorendheid zijn de haarcellen (in het slakkenhuis) grotendeels uitgeschakeld, maar zijn veel zenuwvezels nog intact.
Verschijnselen bij doofheid
De klachten bij doofheid of ernstige slechthorendheid zijn:
- het slecht of niet kunnen verstaan van spraak
- moeite met het voeren van gesprekken (zeker in rumoerige omgeving)
- sociale of psychische problemen
Oorzaken uitklapper, klik om te openen
De meest voorkomende oorzaken van doofheid zijn:
- Erfelijkheid: Bij doofheid door erfelijkheid kan de doofheid al bij geboorte aanwezig zijn. Ook is het mogelijk dat doofheid door erfelijkheid ontstaat op latere leeftijd.
- Verworvenheid: Verworven doofheid kan ontstaan door bijvoorbeeld hersenvliesontsteking, een trauma (klap op of tegen het hoofd) of overmatige blootstelling aan lawaai.
- Onbekende oorzaak: Bij een deel is de oorzaak onbekend en kan zowel een erfelijke als een verworven gehoorstoornis de veroorzaker zijn.
Doofheid kan op verschillende manieren ontstaan:
- Langzaam progressief: hierbij neemt het gehoorverlies over de jaren langzaam toe, vaak aan beide oren.
- Plotselinge doofheid
Onderzoek en diagnose uitklapper, klik om te openen
Bij doofheid en slechthorendheid kunt u te maken krijgen met de volgende onderzoeken:
- audiometrisch onderzoek
- evenwichtsonderzoek
- bloedonderzoek
- ct-scan
- mri-scan
Behandeling uitklapper, klik om te openen
Mogelijke behandelingen zijn:
- hoortoestel
- cochleaire implantatie
- hybride cochleaire implantatie
- bone anchored hearing aid (baha)
Vooruitzichten
Nieuwe mogelijkheden om te horen
Cochleaire implantatie (ci) biedt nieuwe mogelijkheden om te horen voor volwassenen en oudere kinderen die in de eerste levensjaren een normale spraak- en taalontwikkeling hebben doorlopen, en pas daarna geleidelijk slechter hoorden. We noemen dit postlinguale doofheid. Hun gehoor is ‘ingesteld’ op geluid, ook al zijn ze zich daarvan niet direct bewust.
Wennen aan nieuwe geluiden
Een ci is echter geen ‘superhoortoestel’. Ci-gebruikers blijven in meer of mindere mate slechthorend. Zij blijven dus moeite houden met het onderscheiden van geluiden en het volgen van een gesprek. Een ci vereist een volledige en langdurige inzet, veel meer dan bij het gebruik van hoortoestellen. De geluiden en de spraak die in de hersenen binnenkomen zijn anders dan voorheen. De hersenen leren deze geluiden en spraak te herkennen, maar dit leerproces kost wel tijd.
De resultaten van implantatie bij oudere dove kinderen en volwassenen die geen spraak- en taalontwikkeling hebben doorgemaakt (prelinguale doofheid) zijn vaak teleurstellend. Een ci kan bij deze mensen echter wel de lipleesvaardigheid verbeteren.
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Meer informatie
Er zijn meerdere websites over doofheid en slechthorendheid.
Websites met algemene informatie:
Websites over doofheid, slechthorendheid en werk:
Polikliniek Keel-, neus- en oorheelkunde (KNO)
Meer weten uitklapper, klik om te openen
Wat hoort er bij dit ziektebeeld
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Keel-, neus- en oorheelkunde (KNO)
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur